Gedachten over de ontdekte Bruggen, in de Provincie Drenthe, in den jare 1818. Door Jonkheer Mr. J.C. Baron du Tour, Lid van het Natuur- en Letterkundig Genootschap te Alkmaar. In 's Gravenhage en te Amsterdam, bij de Gebroeders van Cleef. 1818. In gr. 8vo. 36 Bl f :-6-:
‘Ik houd niet (zegt de Hoog Ed. Schrijver van dit stukje) om (van) nutteloos de woorden van anderen te gebruiken;’ en: ‘Het moge eenigzins vreemd schijnen, dat ik de gevoelens der Heeren scheltema, van de tweede Klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut en van den Heer hofstede, woordelijk uit de Staatscourant heb overgenomen; dan dit is voor (door) mij, hoe vervelend het copiëren van soortgelijke stukken ook zij, gedaan, om eene aaneengeschakelde beschouwing van dit voor de oudheid zoo aangelegen (?) onderwerp te hebben. Echter heb ik ook niets meer overgenomen, dan tot mijn oogmerk noodzakelijk was.’ Wij twijfelen, of dit, bij vele lezers, wel toegestemd zal worden, en of het het vullen van zestien bladzijden van de 36, die het geheele stukje uitmaken, met uittreksels, welke men zoo onlangs in het opgemeld dagblad heeft kunnen lezen, wel genoegzaam verschoonen zal; daar toch eene korte opgaaf van de gevoelens, boven opgenoemd, de gezegde uittreksels evenzeer had kunnen doen ontberen, als men het uitweiden over de passen en wegen, welke in Drenthe en Overijssel over de moerassen loopen, en een goed deel van het zoogenoemd onderzoek, of de Romeinen gewoon waren zich van bruggen te bedienen, om rivieren of moerassen te passeren, en of zij in de streken zijn geweest, waar thans de bruggen zijn gevonden, (welk een en ander nog weder ettelijke bladzijden beslaat) had kunnen missen. Wat dus eigenlijk de gedachten van den Heer Baron over dit onderwerp belangt, (het éénige, dat de titel ons hier deed verwachten) zij hadden zeer gemakkelijk mede in een kort berigt in de Staatscourant medegedeeld kunnen worden, en zullen van die van den Heer scheltema alleen daarin verschillen, dat niet de Romein pedo, maar l. domitius de bruggen, waarover thans quaestie is, gelegd zal hebben. Dan, juist datgeen, hetwelk
de Heer du tour