voorstand van mensch- en burgerregten. Wij vonden het, trouwens, wel eens wat gezwollen en overspannen; schoon de vertaling, al ware zij ook beter, hiertoe altijd het hare bijdraagt. Het beste is gewis dat van den hoogleeraar fries, vooral het begin. Het zij echter verre van ons, dat wij zijne taal zouden willen overnemen. Zij zweemt inderdaad naar die der vroegere revolutie, schoon in een ander kleed, een christelijk, uitgedost. 's Mans toepassing is wel zoo geweldig niet; maar die zijn anderen dikwerf gereed genoeg, zelve te maken. De gezangen zijn meestal fraai, en ook gelukkig overgebragt.
Moeten wij ons oordeel over het gansche feest nog nader zeggen: wij houden deszelfs navolging gevaarlijk. Nox, amor vinumque nil moderabile suadunt, zegt de dichter; maar jeugd, verzameling en luidruchtige vreugde zijn weinig zekerder leidsvrouwen. De Duitsche vorsten mogen de harde waarheden, hier zoo openlijk gepredikt, wel dubbel verdienen, gelijk vele der veroordeelde geschriften den brandstapel...... wij zouden altijd voor kwade gevolgen vreezen, en den maatregel eer te stout, dan geschikt achten, om het doel te bereiken. Ook de godsdienst is hier geen domper, maar ligt meer een condensator, die den gloed heviger maakt. Och! dat de prinsen eenmaal wijs wierden, en geene nieuwe omwentelingen uitlokten! dat ze letteden op de teekenen des tijds, en zulke heilige verbonden sloten, waarbij tevens de hevigste kanker, welke aan de welvaart der staten knaagt, die vreesselijke staande legermagt, nutteloos werd!
Zie hier den aanhef van reeds genoemde redevoering:
‘Duitsche Jongelingen! Het is gewijde grond, waarop gijl. staat!
Hoedanig gewijd? - Van hier gaf luther, de man Gods, het woord der eeuwige Waarheid, in de Duitsche taal, aan het Duitsche volk: - en ontstak aldus den strijd, den bloedigen strijd om vrijheid van denken en burgerlijke gelijkheid.
Hoe nemen wij dit teeken op? Ter waarschuwing, of ter aanmoediging? - Het heilige ons tot den dienst van den Geest der waarheid! Maar de Geest der waarheid is niet slechts de vertrooster; hij is te gelijk de wreker en redder!
Ook wij begeeren Hem te dienen; en zoo mogen dan de teekenen van den ouden tijd ons goeden moed geven voor