vruchteloos in de gevolgen, als de verdere aandrang tot overmaking der door hem gevorderde penningen. Geheime aantijgingen, alsof hij aan de Fransche Agenten ten dienste had gestaan, maakten alle pogingen tot verkrijging van zijn vermeend regt hoe langer zoo moeijelijker. Drie Rekesten, eindelijk, aan Z.M. den Koning, in 1815, 1816 en 1817, hadden almede geen gunstig gevolg; zoodat de man zich nu ten laatste, bij al de mislukking zijner hope op voldoening en herstel, genoodzaakt acht, dit gansche verhaal, met de noodige bescheiden en bewijzen zijner onschuld, ten opzigte van den hem aangewrevenen laster, in het licht te geven, en aan het oordeel van het Publiek te onderwerpen.
Voor zoo ver de Schrijver aan dit voor hem zeer belangrijk onderwerp al dat licht bijzet, hetwelk hij ter stavinge van zijn regt en zijnen goeden naam noodzakelijk oordeelt, is deze mededeeling wel geschikt, om het medelijden gaande te maken en zijne geschondene eer te herstellen; dan, of deze bekendmaking behulpzaam zijn zal tot zijn finantiëel herstel, van den kant zijner schuldvordering, laat zeer veel twijfel over, daar toch een afzonderlijk persoon, met eenen anderen in verdrag getreden, geene verdere aanspraak heeft, dan op den man zelven, met wien hij zich verbonden heeft, en met welken dan nog voldoende bewijzen van zoodanig geheim verdrag aanwezig moeten zijn. De weg, die voor hem open staat, blijft altijd dezelfde, als die in zoodanig geval langs den gewonen vorm van regten behoort ingeslagen te worden. De zwarigheid dier regtsvordering zal ieder, met hem, gevoelen; doch dit verandert de zaak zelve niet, en de Heer van noort kan, onzes inziens, op geen ander goed gevolg hopen, dan door, met ondersteuning van zijne vrienden, het regtsgeding tegen zijnen schuldenaar voort te zetten. - Tot wat oogmerk de Schrijver alhier zijn gebruikt cijfer, met deszelfs ontvouwing, mededeelt, kunnen wij niet bevroeden, en twijfelen tevens, of deze mededeeling zijne aanspraak begunstige! De Lezer, intusschen, zal zich zeer gaarne met des Schrijvers leerzame aanmerking vereenigen, dat er, over het algemeen, weinig staat op voorname lieden te maken, en dat een te groot vertrouwen bij gewigtige en geheime ondernemingen allezins onbedachtzaam is.