geschiedenis, in alle opzigten, niet heeft kunnen besluiten, door dezen arbeid op het spoor gebragt wordt, ter ontdekking van
de zedelijke schatten, welke in dat gewijd verhaal liggen, dan zal het doel daarvan bereikt worden. Dit doel is, voorzeker, lofwaardig, vooral daar de Schrijver verklaart, voor zich zelven zeer nabij aan de letter der Paradijs-geschiedenis te blijven: en overeenkomstig dit doel, wordt het gewijde verhaal, van de beschrijving der schepping af, tot op de uitdrijving der eerste menschen uit het Paradijs, in 17 bijzondere afdeelingen, behandeld. Veel, zeer veel goeds kan ook hij uit die behandeling trekken, die zich, met den eerwaardigen Schrijver, na aan de letter der verhalen houdt: dan, somtijds zal iemand, niet zonder grond, oordeelen, dat het moraliseren, ja het allegoriseren wat te ver gaat, en te fijn gesponnen is. Wij voor ons, althans, aan ieder zijn' smaak latende, kunnen geene zedekundige aanwending van gewijde verhalen goedkeuren, dan voor zoo ver dezelve op eene letterkundige of grammatikale verklaring gegrond is; en wenschen, dat de moralische verklaring, hoe aanlokkelijk ook, en hoe veel aangename stof dezelve oplevere tot vernuftige bespiegelingen en spelingen van eene zedelijke strekking, nimmer veld onder ons winnen moge, en de éénige ware uitlegkunde verdringe, die den eigenlijken zin der gewijde schriften tracht op te sporen!