Een te laat gedane waarschuwing.
Een reiziger, die in eenen zeer kouden nacht zijn intrek in eene herberg nam, ging in de keuken en zette zich zoo digt bij het vuur, dat hij zijne laarzen verbrandde; een spotvogel, die mede aan den haard zat, riep hem toe: ‘Mijnheer! gij zult oogenblikkelijk uwe sporen verbranden!’ - ‘Mijne laarzen meent gij?’ zeide de Heer. - ‘Neen,’ hernam de ander, ‘die zijn reeds verbrand.’