Chateauneuf; of de eerlijke man.
Chateauneuf, die Zegelbewaarder onder lodewijk XIV was, werd gearresteerd. Zijn vertrouwde vriend, de Chevalier du jars, moest tegen hem getuigen: hij wilde niet. Men zette hem in de Bastille; hij volhardde in zijne weigering. Men dreigde hem; hij zweeg. Men deed hem een Crimineel Proces aan; hij zeide niets meer, dan: ‘chateauneuf is een eerlijk man.’ - Om hem te verschrikken, sprak men het doodsoordeel over hem uit; hij verschrikte niet en zweeg. Men bragt hem op het schavot; hij ging zonder bevreesdheid derwaarts. Men bood hem vergeving aan, wanneer hij tegen zijnen vriend getuigen wilde; hij verklaarde: ‘chateauneuf is een eerlijk man.’ Men ontkleedde hem, om het vonnis aan hem te volvoeren; hij knielt neder. Pardon, pardon! roept men plotseling. Zwijgend stond hij op. ‘Hoe zult gij den Koning uwe dankbaarheid bewijzen?’ vroeg men hem ‘Zeg den Koning,’ hervatte hij, zonder van gelaat te veranderen, ‘dat chateauneuf een eerlijk man is.’