en nog 10 stuivers klein geld. In Borselli, waar ik eens gedronken heb, had ik het nog, en kort daarna steeg ik maar eens af, daar moet ik het dus verloren hebben.’ - Arlotto verzocht den waard, den volgenden morgen vroeg met hem derwaarts te gaan, om hem te helpen zoeken; want nu zou hem toch niemand, om den slechten weg en het ruwe weder, meer achter op volgen. Zeker moest dit geld zich niet ver van de opgegevene plaats bevinden, waar hij was afgestegen.
Weinige oogenblikken na deze vertelling, sloop nu de eene boer na den anderen weg. Men kan gemakkelijk raden waarom? - Arlotto had nu zijn oogmerk bereikt. Hij had plaats genoeg, om zich regt goed bij het vuur te droogen en te warmen. - De boeren vonden echter geen geld, want arlotto had het niet verloren.