Dit aldus vooraf gereed gemaakt hebbende, worde het in den ketel gedaan met de rijst, en daarbij de boter en het zout gevoegd, welke men te voren te zamen in wat water heeft laten smelten.
Deze ingredienten laat men nu, wel gemengd zijnde, twee of drie uren koken, waarna men er het brood, in kleine stukjes gesneden, onder roert, en na verloop van een half uur is de spijs gereed.
Men deelt dezelve uit met eenen kokslepel, die een half pond vocht houdt, en dan bevatten twee zulke lepels voedsel genoeg voor een volwassen mensch voor eenen dag.
Men kan de bestanddeelen verwisselen, en voor boter, vet, of voor de grutterswaren, erwten of boonen nemen, om eenige verandering in den smaak to bewerken.
Dit voedsel blijft in een gematig jaargetijde vier of vijf dagen goed, daar de Rumfordsche soepe niet bewaard kan worden. Wil men onze soepe opwarmen, dan verdunt men dezelve met melk of water.