Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 479]
| |
hand in den muil van eenen tammen leeuw gestoken, doch de oude wilde natuur ontwaakte op dit oogenblik weder in den leeuw - de man trok zijne hand geheel aan stuk gebeten en bijna vermorseld uit de kaken van dit dier. De man nam eene bijl, zette haar op de gebetene hand, liet zijnen Hottentot met eene andere bijl daar opslaan, en zoo de hand afhakken. De stomp verbond hij vervolgens, met eene bij de Hottentotten gebruikelijke zalf. Misschien had de man er zijn leven bij ingeschoten, wanneer hij zulk een moedig en kort besluit niet had genomen. Even zoo weet men ook, dat een Neger in Afrika, die door eene slang gebeten werd, op eene dergelijke wijze zijn leven redde. De Neger wist zeer wel, hoe ras zich het vergift van dit dier door het ligchaam zou verspreiden, en dat alsdan alle redmiddelen vergeefs zouden zijn. Het geluk wilde, dat hij eene bijl bij zich had. Hij leide zijne hand op den afgehouwen stam van eenen boom, en kapte ze zelf af. |
|