Gedachten.
Dikwerf kan men de valsche liefde van de ware niet onderscheiden. Zij verschijnt niet zelden in het gewaad van dien Engel des lichts, schoon zij liefst in de duisternis, gevolgd door hare benden, tot ons nadert: zij treedt toe, geeft ons den Judaskus, omhelst ons, en tracht ons met zich in de diepte neder te storten. De ware liefde ziet ons in gevaar van verdrinken, springt toe, omhelst ons mede, maar brengt ons behouden aan den oever. Valsche en ware liefde wijzen ons beiden naar hare geboorteplaats; de eene naar den afgrond, de andere hemelwaarts. Die nu de bestemming zijns levens kent, die weet ware liefde gemakkelijk van de valsche te onderscheiden.
Haast u als de jeugd, maar wandel als de ouderdom. Gelijk de bejaarde in zijnen ligchamelijken tred is, zoo bedaard vervordert hij ook zijne geestelijke wandeling: de jeugdige tuimelgeest vliegt met zelfvertrouwen voor hem uit, maar valt ook dikwijls voor zijne voeten neder: de onbezonnen jongeling steunt op zich zelven en zijne hoop en geloof zijn zonder steun: de bedaagde gaat zeker en steunt op zijnen kruk, en gelooft noch hoopt iets zonder grond. Staat het ware geloof en de opregte hoop ook wel los en op zich zelven? Geenszins. Het een leunt aan een kruis, de andere steunt op den kruk van een anker. Ikarus vloog zijnen vader vooruit, maar stortede neder: de bedachte vader haastede zich, maar....langzaam.
Waarom volgt de deugdzame het voorbeeld des braven? Het is omdat de deugd als een schoon gelaat zich zelve niet ziet, dan in den spiegel. Zij is als onze ziel: onzigtbaar zoo voor hem, dien zij be-