Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 443]
| |
Waarnemingen over de behandeling der verbrandingen, benevens een nieuw middel om dezelve te genezen.
| |
[pagina 444]
| |
ontsteking, buikloop, enz. bekomen. Bij lijders, welke aan slepende huidziekten, langdurige roos, zinkingen, aan de jicht, enz. onderworpen zijn, mag men dit middel in het geheel niet, of wel alleen met de uiterste voorzigtigheid, gebruiken. Hier moet men, om vooral geen' tijd te verliezen, tot de andere zacht verdeelende en tevens te zamentrekkende middelen, als: brandewijn, het aqua vulneraria thedenii, aqua goulardi, zalven uit dooijers van eijeren en zout, of honig en zout, enz. of terstond tot de weekmakende verzachtende middelen zijne toevlugt nemen. Het eerste tijdstip is ter genezing het gunstigste. Bijaldien evenwel een groote omtrek verbrand is, moet men wegens gevaar van absorptie met loodmiddelen voorzigtig zijn. Is de huid gewond, of de opperhuid afgescheiden, dan verdraagt de lijder de sterk prikkelende middelen niet meer, ook is het dikwijls niet mogelijk de ettering te voorkomen, en in het algemeen zijn deze middelen niet geschikt, als reeds eenigen tijd verloopen is, de ontsteking toeneemt en het gewonde deel reageert. Intusschen gebeurt het dikwijls, dat het eerste gunstige tijdstip nutteloos verstrijkt. De omstanders willen gewoonlijk de verbrande deelen beschouwen, waarnemen en beoordeelen, of het ook noodig zij, naar hulp om te zien; scheuren daarom schielijk en onvoorzigtig de kleederen en daarmede de Epidermis af - het lijdend deel is nu van zijne opperhuid beroofd. Voor dat de Heelmeester geroepen wordt, die onderscheidene te zamengestelde middelen voorschrijft, welke uit de Apotheek moeten gehaald worden, is het gunstigste oogenblik voor deze te zamentrekkende prikkelende middelen, verstreken, dat is, bij eenen hoogeren graad van verbranding, want bij eenen minderen graad wordt de Heelmeester zelden of nooit geroepen. In mijne Praktijk heb ik gelegenheid gehad, de meeste der voorgestelde middelen aan te wenden; ik was in het algemeen tamelijk gelukkig en met derzelver werking zeer te vreden - slechts in één geval verlieten zij mij (ook de zachtste) plotselijk. In deze uiterste verlegenheid deed mij dit toeval op de menging van twee middelen denken, die, wel is waar, oud, doch zamengesteld en in deze evenredigheid gemengd, met mijn weten nog niet opgegeven wa- | |
[pagina 445]
| |
ren, en een nieuw middel vormden, hetwelk mij hier met deszelfs schielijk verzachtende werking zoo verraste, dat het alles overtrof, hetwelk ik welligt van eenig middel goeds zeggen kon. Het geval, bij hetwelk mij dit te binnen viel, was dit: Een knaapje van elf jaren, de zoon van een' Bierbrouwer, ging in de Brandewijnstokerij, toen de ketel, gevuld met aardappelen en water, aan het koken geraakte, en daardoor het deksel van de ketel afsprong. Het kokend water en deszelfs heete wasem trof den jonge en verbrandde hem zijn voorhoofd, hals, borst, rug, armen en voeten. Ik werd er bij geroepen. De patient zag er deerlijk uit. Ik liet de armen in een groot vat met water leggen, de voeten in eene hooge tobbe, met koud water gevuld, zetten, de kleederen van het lijf suijden, en op het voorhoofd, hals, borst en rug, doeken, met koud water bevochtigd, leggen. De patient gevoelde oogenblikkelijk verligting, ook werd alles, zoo dikwijls het water een weinig warm begon te worden, weder met frisch vernieuwd. Na dat de brandende pijn opgehouden, en de warmte grootendeels afgeleid was, werden de op verscheidene plaatsen ontstane brandblaren geopend, en alles met de loodzalf, met lijnolie gemengd, verbonden. Inwendig werden, om de krampachtige toevallen te voorkomen, Opiaten en andere verzachtende middelen gegeven. Bij deze behandeling volgde de genezing binnen 8 of 10 dagen, zonder likteekenen na te laten, behalve de linker arm en het regter been, welke beide nog etterden; evenwel genas de arm ook weinige dagen daarna. Doch gedurende den tijd, dat de arm zich zonder eenige zwarigheid ter genezing zettede, werd het been plotselijk erger, ook tevens zoo buitengemeen gevoelig en pijnlijk, dat de patient dag noch nacht een oogenblik rust had; en het was werkelijk tot dien graad van ontsteking gekomen, welken wij met den naam van gangrana bestempelen. Er was geene oorzaak van die schielijke verergering te ontdekken. In de meaning, dat door de hevige gemoedsbewegingen der zieke gastrische onreinigheden misschien ontstaan waren; gaf men braak en purgeermiddelen, doch zonder gevolg. De zich voordoende | |
[pagina 446]
| |
verschijnselen waren echter van eenen krampachtigen aard, doch waartegen sterke Opiaten weinig nut deden. Het been werd ondertuschen al gevoeliger, de patient kon geene middelen verdragen, de zachtste, zelfs de zuivere lijnolie, veroorzaakten gevoelige pijnen en hevige krampachtige toevallen, en bij elk verband dreef het angstzweet de patient op het aangezigt. In dezen, zoowel voor mij, als voor den patient, zeer treurigen toestand, kwam ik op de gedachten, versche room met lijnolie te vermengen, door omschudding een smeersel daarvan te maken, en het door een daarin gedoopt pluksel op te leggen. Ik deed dit terstond, mengde 6 lepels vol zoete room in 8 lepels vol lijnolie, leide het op, en in minder dan een half uur waren alle pijnen, als het ware, vervlogen. Ik voer met dit middel voort. De pijnen bleven weg, de patient liet zich gaarne daarmede verbinden, en binnen weinige dagen volgde de genezing volkomen. Het is nu (1809) reeds vijf jaren geleden, en ik heb sedert dikwijls gelegenheid gehad, dit middel aan te wenden, zoowel bij verscheidene graden en tijdvakken, als ook bij zeer verscheidene soorten van verbrandingen, door gloeijend ijzer, buskruid, spiritus, olie, heete boter, kokend vleeschnat en water - en ik moet bekennen, dat ik dit smeersel bij allerlei soorten terstond werkzaam heb bevonden. Het is ligt en overal te bekomen, mengt zich veel schielijker dan de gewone zalven uit lijnolie en water, vermindert de pijn bijna oogenblikkelijk, en laat zelden of nooit een likteeken na. |
|