Ptolomeus, een van hen, en wien naderhand het Rijk van Egypte ten deele viel, was onzen Schilder niet zeer toegenegen geweest. Men weet niet om wat reden Wat daar ook van zij; apelles, eenigen tijd na alexanders dood, zich te scheep begeven hebbende, om naar eene stad in Griekenland te reizen, werd ongelukkiglijk door storm gedreven naar den kant van Alexandrie. Hier werd hem door den nieuwen Koning geen het minste onthaal aangedaan. Behalve dit ongenoegen, hetwelk hij voorzien konde, vond hij er benijders, boos genoeg, om te trachten hem in hunne strikken te doen vallen. Met dit inzigt, beweegden zij eenen der hofbedienden, om hem, als uit 's Konings naam, ter maaltijd te noodigen, niet twijfelende, of deze vrijpostigheid, welke hij schijnen zoude uit zich zelven genomen te hebben, zou hem de gramschap op den hals halen van eenen Vorst, die hem niet beminde, en van het bedrog onkundig was. In der daad, apelles begaf zich, uit eerbiedenis, derwaarts. De Koning, door zijne vermeende onbeschaamdheid getergd, vraagde op een' brusken toon, wie van zijne bedienden hem tot zijne tafel geroepen had, en met de hand op zijne gewone noodigers wijzende, voegde hij er bij, dat bij volstrekt weten wilde, wie van hen hem deze stoutheid had doen nemen. De Schilder, zonder zich te ontstellen, redde zich uit dit geval, als een verstandig man, en als een volmaakt Teekenaar. Hij nam uit een komfoor, dat daar stond, eene koutskool, en teekende op staande voet aan den muur, in drie of vier trekken, de schets van het wezen desgenen, die hem genoodigd had, tot groote verwondering van ptolomeus, die uit deze eerste trekken aanstonds het gelaat van den bedrieger kende. Dit geval bragt hem geheel in gunst bij den Egyptischen Koning, die hem vervolgens met geschenken en eerbewijzingen overlaadde.
Dan het bevredigde hem niet met den nijd, welke daardoor maar te heviger tegen hem ontstoken werd. Men beschuldigde hem, eenigen tijd daarna, bij den Vorst, dat hij met theodotus de zamenzwering tegen hem gesmeed had, welke in de stad Tyrus was uitgebarsten. Het was een ander berucht Schilder,