Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1811
(1811)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 123]
| |||||||
I. Over het Schellak, als handels-artikel.Van het zoogenaamde Schellak, het voornaamste ingredient van het Zegellak, komen gewoonlijk drie bijzondere soorten in den handel voor, namelijk: Stoklak, Greinlak en Schellak. Het Stoklak is datgeen, hetwelk nog zijne volkomene natuurlijke gedaante heeft, en zonder de minste bereiding in den handel voorkomt. Het Greinlak is van de takken, aan welke het gevonden wordt, afgezonderd, en van de roode, kleurende stof, welke het bezit, grootendeels beroofd. Het Tafellak, of eigenlijke Schellak, wordt, als het in water afgekookt en van zijne kleurende eigenschap beroofd is, op een zacht vuur gesmolten, en waarschijnlijk, door trekken, in dunne platte stukken gebragt. Van het Schellak komen twee bijzondere soorten in den handel voor, en kunnen, volgens uiterlijk aanzien, niet van elkanderen onderscheiden worden, daar noch kleur, noch breekbaarheid, noch iets uiterlijks, beide soorten kenmerkt. De eerste soort is smeltbaar, en wordt ook juist daarom smeltbare Schellak genoemd; het bezit de eigenschap van in eenen warmtegraad van kokend water te smelten, en in eene gelijkvormige massa over te gaan. Deze soort kan enkel en alleen ter bereiding des Zegellaks aangewend worden; de tweede soort is onsmeltbaar, en wordt onsmeltbare Schellak genoemd. Als het op de gewone wijze verhit wordt, dan verbrandt het eer dan dat het smelt, en kan, volgens mijne ondervinding, door geen bijvoegsel, hoegenaamd, tot den staat van vloeibaarheid gebragt worden. Het grootste nadeel voor Lak-Fabrikeurs is, als beide soorten met elkanderen vermengd zijn; en zoo eenig uiterlijk kenteeken, om ze van elkanderen | |||||||
[pagina 124]
| |||||||
te onderscheiden, gelden kan, dan is het de grootere sterkte der stukken; want dik Schellak schijnt op verre na minder smeltbaar te zijn dan dun: doch dit is geen geheel zeker teeken. Diegeen dus, welke Zegellak vervaardigen wil, moet volstrekt eerst eene proef door het vuur met het te koopene Scheilak nemen. | |||||||
II. Algemeene voordeelen, welke bij de bereiding des Zegellaks waar te nemen zijn.Vooreerst moet men zich van potten voorzien, welke van goedgebakkene klei bereid en van binnen verglaasd zijn. Derzelver grootte hangt van de menigte des te bereidenen Zegellaks af, doch men moet ze niet al te groot kiezen, en liever verscheidene bij de hand hebben, daar de groote potten van kleiaarde aan het springen meer blootstaan en ook niet voordeelig daarmede te werken is. De kegelvormige gedaante der potten, welke men te dezen einde wil aanwenden, is de beste, en eene hoogte van 7 duimen, eene wijdte van 8 duimen toereikende, om eene tamelijke hoeveelheid Zegellak te bereiden; zelfs ook voor de grootste sabrijk het gevoegelijkste. Men moet vaten om te smelten en om te mengen hebben. Die, welke dienen om te mengen, kunnen iets grooter dan de smeltvaten zijn. Als men in dezelfde vaten, welke dienen om te smelten, mengen wilde, dan zoude men gevaar loopen, eene veel donkerder kleur te krijgen, dan men wenscht; daar door de lang aanhoudende warmte, niet alleen het vermiljoen, maar ook de harsen donkerder zouden worden. Wanneer nu tot de bereiding des Zegellaks zal overgegaan worden, dan brenge men het Schellak in den smeltpot, en zette hetzelve op gloeijende kolen, waarna men het, onder gedurig roeren, volkomen smelten of vloeijen doet, zonder iets anders daarbij te doen. Zoodra het Scheilak gelijkelijk vloeit, wordt het van het vuur genomen, de Terpentijn, - als deze in het mengsel komt, - daarbij gedaan, en, beide zelfstandigheden naauwkeurig vermengdGa naar voetnoot(*), | |||||||
[pagina 125]
| |||||||
hetwelk het best met eenen houten spadel geschieden kan. Als alles gesmolten en naauwkeurig vermengd is dan worden de andere ingrediënten daarin gedaan en alles bij eenen behoorlijken warmtegraad naauwkeurig vereenigd. | |||||||
III. Voorschriften ter bereiding van verscheidene soorten van Zegellak.Geheel fijn Zegellak moest enkel en alleen uit goede Schellak en fijn gemalen Vermiljoen, ten hoogste met bijvoeging van weinig Terpentijn en iets welriekends, bereid worden. Doch dit geschiedt gewoonlijk niet, deels uit winzucht, deels wijl men het Vermiljoen zeldzaam zuiver bekomtGa naar voetnoot(*). | |||||||
[pagina 126]
| |||||||
Bereiding van fijn rood Zegellak.Eerste voorschrift.Men neme:
| |||||||
Tweede voorschrift.Men neme:
| |||||||
Derde voorschrift.Men neme:
| |||||||
Voorschriften van middelmatige soorten van rood Zegellak.Eerste voorschrift.Men neme:
Deze drie dingen worden tot eene gelijksoortige massa te zamen gesmolten, en dan hierbij gevoegd:
| |||||||
[pagina 127]
| |||||||
Tweede voorschrift.Men neme:
Hiermede handele men op de voorschrevene manier, en menge dan hierbij:
Op deze wijze kan men zoo veel verscheidene soorten van rood Zegellak maken, als derzelver prijzen voorgeschreven zijn. | |||||||
Bereiding van fijne soorten van zwart Zegellak.Om schoon zwart Zegellak te kunnen bereiden, moet men eene zwarte verwstof kiezen, welke in het vuur zich niet laat veranderen, geene merkbare gewigtszwaarte kan veroorzaken en het branden of smelten der zelfstandigheden van Zegellak niet verhindert. Dit in alle opzigten voldoenend mindel is het zoogenaamde beenzwart, of zwart gebrand ivoor. De bereiding van dit middel is zeer eenvoudig, en bestaat slechts in eenige handgrepen. Men vult namelijk eenen nieuwen aarden pot met het afvalsel van ivoordraaijers, voorziet denzelven met een deksel, leemt denzelven met klei, en zet hem op het vuur. Het vuur wordt nu zoo lange aangehouden, tot dat er geen rook meer uit de voegen van den pot stijgt. Als alles koud geworden is, en men den pot openmaakt, vindt men eene zwarte massa, welke tot een zeer fijn poeijer gemaakt, en ten gebruike moet bewaard worden. | |||||||
Voorschriften van fijne soorten van zwart Zegellak.Eerste voorschrift.Zeer fijn zwart Zegellak.Men neme:
| |||||||
[pagina 128]
| |||||||
Tweede voorschrift.Geringere soort van zwart Zegellak.Men neme:
Op deze wijze kan men de evenredigheid der benoodigde stoffen veranderen, als men het verkiest, en alles naar de bepaalde prijzen inrigten. | |||||||
IV. Bijlage over de bereiding van eenige soorten van Zegellak van andere kleuren.Ofschoon de gewone kleuren des Zegellaks enkel rood en zwart zijn, zoo wordt toch door vele ook dikwijls eene andere kleur van dit handels-artikel begeerd; deswegens geloof ik den dank of de opmerkzaamheid van het publiek te verdienen, als ik eenige uit eigene ondervinding goed bevondene gekleurde mengsels van Zegellak alhier mededeele. | |||||||
1.) Bruin Zegellak.Eene vermenging van rood en zwart Zegellak geeft wel is waar een bruin mengsel, doch die kleur is niet zeer bevallig, en daarom zocht ik een ander voorschrift, en vond het volgende zeer schoon, duurzaam en dienstig:
Men kan deze evenredigheid veranderen, hars en meer roode Engelsche aarde daarbij doen, en de bij de andere soorten opgegevene handelwijze volkomen behouden. | |||||||
2.) Geel Zegellak.Gewoonlijk neemt men tot het gele Zegellak, om aan hetzelve eene bevallige gele kleur mede te deelen, fijn gewreven operment, eene verbinding van arsenik met zwavel. Als men dit gele Lak om te zegelen warm maakt, of verbrandt, dan bespeurt men eene zeer onaangename knoflookachtige lucht. Dit mengsel is dus aan de gezondheid zeer nadeelig, daar de hit- | |||||||
[pagina 129]
| |||||||
te sterk genoeg is, om het arsenik vlugtig te maken. Ik bedacht daarom een ander ingrediënt, hetwelk in staat was, aan het Zegellak eene bevallige- en duurzame kleur mede te deelen. Het zoogenaamde Cassels- of Mineraal-geel vond ik tot dit einde zeer geschikt; alleen moet het tot een zeer fijn poeijer gebragt worden. | |||||||
Het voorschrift is het volgende:
| |||||||
3.) Groen Zegellak:Om dit te verkrijgen, make men de volgende menging:
| |||||||
4.) Blaauw Zegellak.Om blaauw Zegellak te kunnen bereiden, moest men in het algemeen eerst een middel vinden, waardoor men aan het Schellak, zonder verlies zijner overige eigenschappen de bruine kleur te ontnemen en dezelve dus volkomen te vernietigen wist. Voor eenige jaren reeds hield ik mij met dit onderwerp bezig en deelde de resultaten dezer onderzoekingen in trommsdorffs Journal der Pharmacie mede. Uit deze proeven bleek, wel is waar, dat men het Schellak, door gedephlogistiseerd zoutzuur bleeken kon, dat het evenwel verscheidene andere, aan hetzelve bij het zegelen noodzakelijke eigenschappen ontnam; vooral verloor het veel van zijne smelt- en brandbaarheid; daarom is het tot soorten van Zegellak, welke eene kleur vereischen, die niet zeer dekt, zoo als b.v. het vermiljoen, niet aan te wenden. Om dus blaauw Zegellak te bereiden, moet men een ander voorschrift, verschillende van het gewone, kiezen. Ik vond het volgende tot dit einde zeer geschikt: | |||||||
[pagina 130]
| |||||||
Deze dingen worden over een zeer zacht kolenvuur met malkanderen gemengd. Bij het zegelen moet men zich van het voordeel bedienen, om het lak niet te doen branden, anders valt de kleur niet zoo helder uit, dan de pijp is Het gladmaken (polijsten) des Zegellaks geschiedt, als men de op warme marmeren platen evenredig gerolde stukken in eenen kleinen daartoe geschikten oven houdt en dezelve zoo lang daarin laat, tot dat derzelver oppervlakte daarin gesmolten is; dan worden de pijpen weder op platen, om koud te worden, gelegd. |
|