Suiker van melk.
Eene zoete soort van gom, welke men door uitwaseming en crijstallisatie uit de melk verkrijgt, wordt melksuiker genaamd. De inwoners van Irkuz gaan daarbij op de volgende wijze te werk. Zij laten de pas gemolken melk langzamerhand bekoelen, en gieten ze ongekookt en onafgeroomd in ijzeren vaten, zetten ze aan de vorst bloot en laten ze bevriezen. Wanneer zij tot ijs bevrozen is, verwarmen zij het vat slechts een weinig, opdat zij al de ijsklompen met eenen houten spadel van het bovenste des vats zouden kunnen afscheppen. Rondom deze ijsklompen zet zich weldra, een vinger dikte, wit poeder aan, dat gestadig meer naar boven dringt, hoe meer men de ijsklompen aan de bloote lucht blootstelt, en dit is de melksuiker. Neemt men een stukje van dit tot eenen ijsklomp gestampt poeder, en lost men het in water op, zoo heeft men aanstonds de smakelijkste melk.