diet, wiens bewezene diensten door den Schrijver der Verhandeling ook dankbaar erkend worden.
Voor dit alles gaat eene zeer geleerde Verhandeling, of wilt gij? Voorrede, in welke de Schrijver, behalve het melden van de reeds door ons aangevoerde bijzonderheden omtrent zijnen arbeid, eerst eene geleidelijke, naar de tijdorde geschikte, beknopte geschiedenis der Letterkunde onder de Arabieren voor den tijd van mohammed tot aan de bemagtiging van Bagdad door de Mogollen in het jaar der Hegira 656 voordraagt; van de beroemde mannen, die gedurende dit Tijdvak geleefd hebben, geeft ibn chalican de Levensbeschrijvingen, doch in eene alfabetische orde. Hoe belangrijk is derhalve dit zijn Werk niet. Vervolgens meldt ons de Verhandelaar het een en ander nopens den Schrijver ibn chalican en deszelfs Werk, van de Handschriften en hulpmiddelen, welke de Verhandelaar bij het opstellen dezer Verhandeling heeft kunnen gebruiken, en doet eindelijk verslag van hetgeen door hem in deze Verhandeling verrigt is.
Achter de Verhandeling staat een getal van negentien zeer belangrijke Theses of stellingen; en eindelijk eene lijst van verbeteringen, waarbij nog eene tweede lijst gekomen is, door den Hoogleeraar wilmet, na het afdrukken der Verhandeling. Gaarne zal elk Lezer, die weet, wat het inhebbe, iets in eenige Oostersche taal, bijzonder in de Arabische, al waren het slechts enkele regels, te laten drukken, het verzoek van den Heer tydeman om verschooning voor zoo vele drukfouten, als hier aangewezen zijn, inwilligen, en hem dezelve niet euvel duiden.
En met dit kort verslag van eene Verhandeling, die betere en vollediger beoordeeling verdient, moeten wij ons vergenoegen, dewijl wij met onzen schralen voorraad van Arabische Letterkunde kunnen noch willen pronken, hoewel wij, om de reeds gegevene reden niet geheel van deze verhandeling mogten zwijgen. Wij besluiten met den wensch, dat de Heer tydeman te eenigen tijde het Werk van ibn chalican zelve, het zij dan geheel, het zij gedeeltelijk aan de Geleerde Wereld moge mededeelen!