| |
Alphonsus, of de Natuurlijke Zoon. Door Mevrouw De Genlis. Met Platen. Te Haarlem bij F. Bohn. 352 Bladz. In gr. Octavo. De prijs is ƒ 3-:-:
Alphonsus was de zoon van melania dormeuil, en de ongelukkige vrucht eener onreine drift des jongen Hertogs (toen nog Graven) van olmène, die, gebruik makende van het afzijn haars vaders en Ooms, en van de zwakheid der geestvermogens eener ziekelijke Tante, aan welker zorge zij inmiddels op
| |
| |
St. Domingo bleef toevertrouwd; onder het voorwendsel eens wettig gesloten Huwelijks, hare eer gewelddadig roofde, en haar, zoo wel als het Eiland, vervolgens verliet. Door de ongelukken van haren Vader, na deszelfs dood, onder de voogdij van haren braven Oom gebleven, keerde zij met hem en haar kind, (hetwelk, slechts ruim 13 jaren jonger dan zij, tot bewaring van hare eer, voor een aangenomen kind van haren Oom doorging, en voor wien melania zelve hare moederlijke betrekking vele jaren verbergen moest) naar Frankrijk terug, waar zij eindelijk nabij Besançon op het land zich nederzetteden en stil woonden. Eene liefde van den rijken en braven melvil, voor melania opgevat, en door deze afgewezen, ontwikkelde in den nog zeer jongen alphonsus eenen allerhevigsten hartstogt voor zijne moederlijke vriendin, die slechts zeven jaren ouder heette dan hij, hoewel zij in der daad veel meer in jaren verschilden, en deze uitbarsting was de oorzaak, dat melania's ware betrekking op alphonsus hem zelven en zijnen ouderen vriend melvil bekend werd; hij zich aan de bijwoning zijner Moeder uit het edelste beginsel onttrok; en door melvil naar Parijs gebragt werd ter volmaking van zijne opvoeding en fortuin, door hem tot eenigen aanzienlijken post te helpen bevorderen.
Te dien einde werd hij door melvil aanbevolen aan dienzelsden Hertog van olmène, die (onbekend) zijn Vader, en thans in het grootste aanzien ten Hove was. In het huis van den Hertog opgenomen, en zeer bemind wegens zijne talenten en deugden, ontstond er een sterke wederkeerige hartstogt tusschen hem en herminia, eene inwonende rijke en beminnelijke pupil van den Hertog, tegen haren zin bestemd om de echtgenoote te worden van zijnen zoon, den jongen Graaf van olmène. Lang werd deze neiging wederzijds ontveinsd en onderdrukt; zij kon echter het oog der Hertogin Moeder niet ontslippen, werd ontdekt, geweldig tegengewerkt, en zulks gaf, door eene reeks van uitkomsten, die wij niet alle kunnen overnemen, aanleiding tot een tweegevecht tusschen den Graaf en alphonsus; tot de gevangenneming en vervoering van dezen laatsten, die waande zijne partij te hebben nedergelegd, ter verwijdering van herminia en zoë, eene Nicht van den Hertog, (die mede bij
| |
| |
hem inwoonde, en alphonsus teeder, schoon hopeloos beminnende, door herminia, met opoffering van hare eigene neiging, dewijl zich daartegen een onoverwinnelijk beletsel opdeed, bestemd was, om de Echtgenoote van alphonsus te worden); tot eene reis van zijne Moeder melania naar Parijs, waarbij zij zich, na de bescherming van het Hof door melvils hulp verkregen te hebben, den Hertog als zijne ongelukkig verlatene vrouw ontdekte. De Hertog verviel hierop in ongenade, en verloor een pleitgeding, hem door herminia wegens zijne voogdijschap aangedaan, hetwelk hem ruïneerde en zijne Echtgenoote van hem deed scheiden. - Melania vond haren Zoon op de zeegrenzen van Frankrijk, vanwaar men hem naar de Indiën had willen inschepen, doodelijk krank. Hij werd echter van die ziekte, door tijdig aangebragte hulp, hersteld, en kort daarna met de lieve zoë, gelijk zijne Moeder met den braven melvil, en de edele herminia met den Baron de jussy, haren en alphonsus getrouwen beschermer (dewijl de laatste van geen huwelijk hooren wilde, zoo lang zij vrij was) in een' gelukkigen echt verbonden werd.
Men ziet reeds uit dit sommier der geschiedenis, dat al de gewone gebreken der Romans, als: een bijna ongelooflijke zamenloop van vreemde toevalligheden; eene opeenstapeling van de zeldzaamste zielsen ligchaamsgaven in, en verliefdheid van al wat hem Jonkvrouwelijks omringt, op den held der geschiedenis; en in de uitkomst een geheele tros van gelukkige echtverbindtenissen; - ook dit waarlijk kunstig voortbrengsel der beroemde Mevrouw de genlis in eene ruime mate aankleven. Bovendien heeft hetzelve nog zijne eigene zwakke partijen of fouten, hoe zullen wij ze noemen? Daarvoor althans meent Rec. het te moeten houden, dat b.v. melania, zoo vele jaren met haren alphonsus in de teederste huisselijke betrekking levende, nimmer tot de zwakheid, voor het moederhart zoo onwederstaanbaar, verviel om hem zijne ware betrekking op haar te doen kennen: in der daad, eene sterkte van geest, die de stoutste karakterschilder naauwelijks aan eene bejaarde vrouw, ik laat staan, aan een meisje van hare jaren, zoude durven leenen. - De vastheid van ziel en helderheid van begrippen, de kunsttalenten, alsmede de grondige taal-
| |
| |
geleerdheid, zelfs in het Grieksch (men zie het XV de Hoofdstuk), aan alphonsus toegekend, overtreffen ook verre weg al hetgeen men van een' zestienjarig jongeling, uit de Coloniën overgekomen, landelijk en stil opgevoed, zou kunnen verwachten! - Ook komt ons de zegepraal van herminia over zich zelve, ten opzigte van alphonsus, wat al te sterk, en de grondslag daarvan, zijne natuurlijke geboorte, vooral na dat hij gebleken was, olmène's echte zoon en nevens zijne Moeder alleen het slagtoffer van diens trouweloosheid te zijn, niet zeer edel, en harer geheel onwaardig voor. Zoo dunkt ons de overgang van alphonsus tot zoë, wezenlijk alleen ten gevalle van herminia, al mede te snel en te sterk, om zich een' gelukkigen echt uit die gedrongene verbindtenis te beloven. Voorts valt het moeijelijk te begrijpen, hoe herminia kennis konde hebben van eene afwezigheid van melvil, die zijnen boezemvriend alphonsus niet bekend scheen te zijn, zie bl. 240. vergeleken met bl. 237. En hoe men te Parijs een gewigtig Proces tusschen d'olmène en herminia in drie weken tijds ten einde brengen kon (zie bl. 330); daar ieder weet, aan welke langwijlige vormen de pleitgedingen onder de koninklijke regering in Frankrijk vooral verbonden waren. - Wij zouden hierbij nog een aantal soortgelijke bedenkingen te voegen hebben, doch wij wilden uit velen slechts eene en andere ten staal opgeven.
Het is in der daad jammer, dat deze alledaagsche en bijkomende gebreken zijn ingeslopen in het werk van eene zoo uitmuntende vrouw, als de genlis waarlijk is. Het schijnt, dat zelfs de grootste, de geoefendste vernuften zich, in den dwarrelstroom der verdichting rondgevoerd, niet weten te behoeden voor die buitensporigheden der verbeelding, welke hen maar al te veel blootstellen aan de berisping van het koel verstand hunner lezers, en bij dezen dat enthusiasmus moeten uitdooven, hetwelk de auteur zich voorgesteld had in hen op te wekken, zoo waar is het, ook met betrekking tot de Romanschrijverij: omne nimium nocet!
Voortreffelijke, diepe, fijne wereld- menschen- en karakterkennis heeft voor het overige de bekwame schrijfster in dezen Roman met eene milde hand gestrooid; het is te dien opzigte een der rijkste leerboe- | |
| |
ken van dien stempel, welke wij in langen tijd hebben aangetroffen. De strekking der geschiedenis heeft in het zedelijke niets berispelijks; jonge lieden, vooral van de groote wereld, kunnen er veel nuttigs en dat dienstbaar is ter hunner besturing op den weg tot het bedrijvig leven en geluk, uit leeren; en de gebreken, die wij hebben aangewezen, moeten niemand afschrikken, om het boek te lezen, dat hem velerlei nuttig vermaak bezorgen kan, indien hij slechts tegen den gevaarlijken indruk van het al te overdrevene op zijne hoede is.
Een enkel woord nog aan den Vertaler. Hij heeft over het geheel zijne taak wel verrigt, doch ook hier en daar tegen den aard en de wetten der beide talen gezondigd, en daardoor zijne anders vrij goede vertaling ontsierd. Een en ander proefje diene te zijner overtuiging. Bladz. 42, in zijne opvoeding, moet zijn: ter zijner opvoeding; afhangen, Bladz. 123 onder aan, afhangt; Bladz. 152, op eenen anderen avond - op een' zekeren avond; ik kan, Bladz. 154, gij ken, Bladz. 227, ik ken en gij kunt (cognoscere, posse;) huwelijk van beraad, Bladz. 168, in beraad gehouden huwelijk; kregel, Bladz. 186, korzelig, gemelijk: men noemt geen jonge schoone kregel, al was zij het zelfs; strookte de Hertogin, Bladz. 232, streelde, vleide, liefkoosde; moederliefde, Bladz. 352, moederlijke liefde of liefde van de moeder tot haar kind, daar moederliefde die van een kind tot de moeder beteekent; enz.
Nog hebben wij ééne aanmerking op de jaargetallen van melania's ouderdom, waarmede verbazend gehaspeld wordt, en waaromtrent de berigten op onderscheidene plaatsen geheel niet zamenstrooken. Veertig jaren althans op Bladz. 12 zullen wel eene drukfeil zijn voor veertien, want anders zou melania reeds vier en vijftig jaren moeten geweest zijn, toen haar zoon zestien was.
Wij prijzen dit Boek, ten slotte, aan de liefhebbers eener goede, leerzame Romanlektuur met ruimte aan. |
|