Moliere in verstrooijing.
‘Eens verraste dezen Tooneeldichter het uur, wanneer de Komedie aangaan zou, en, daar hij reeds gekleed was, kon hij echter, in de haast geen ander rijtuig bekomen, dan eene Brouette (eene soort van draagstoel op twee raderen, die door een mensch getrokken wordt.) Hij zette zich daarin, en zij ging haren gewonen, langzamen gang, De haast, die hij had, en zijn ongeduld, vermengden zich met het onderwerp, dat hem in de gedachten speelde, en in de verstrooijing van denkbeelden die hieruit ontstond, sprong hij, met zijne witte zijden kousen, in den modder, en begon de Brouette voort te schuiven, zoo hard als hij maar kon, ten einde des te spoediger over weg te komen Hij voer hiermede zoo lang voort, tot dat zijn voerman, door hem hartelijk uit te lagchen, hem uit zijne verstrooijing wekte, wanneer hij, met zweet, en slijk bedekt, schaamrood weder in de Brouette kroop.’