eene Punctuatie! Doch laat ons tot het werk zelf, eeniglijk in Conjugatien bestaande, overgaan.
Hier worden werkwoorden als onregelmatig opgegeven, die het niet zijn: b.v. op bladz. 76. Puer, Stinken, hetwelk regelmatig is; ook werd de voorheen in gebruik zijnde onregelmatige tegenwoordige tijd der aantoonende wijs je pus, tu pus, il put, niet als aller vervoegd, gelijk de Schrijver zegt. Wijders is op bladz. 77. de zesde aanmerking overtollig, dewijl de daar opgegevene vervoeging der werkwoorden, op ter uitgaande, regelmatig is. Het op bladz. 162. als onregelmatig opgegevene haïr wordt volkomen regelmatig vervoegd; maar slechts onregelmatig uitgesproken in de aant. wijs, tegenw tijd, enkelvoud, en in de gebiedende wijs, den tweeden persoon van het enkelvoud: gelijk ook op bladz. 178 àlleen van den eerstgenoemden tijd gezegd wordt. Deze Conjugatie is dus overtollig.
Waarom toch heeft de Schrijver, die naar zijn zeggen niet wijdloopig wilde worden, tijden, die weinig of in het geheel niet in gebruik zijn, geconjugeerd? zie bladz. 170-173. en vergelijk de slecht gestelde aanmerking op bladz. 169. onderaan.
Bladz. 226. Se seoir is veranderd; men gebruikt daarvoor s'Asseoir.
Bladz. 231. Promouvoir wordt alleen in de onbepaalde wijze en in de zamengestelde tijden gebruikt. Dit is ook het geval met Forfaire, Malfaire, Méfaire, Parfaire, op bladz. 297. Van dit alles zegt de Schrijver niets.
Emboire op bladz. 390 opgegeven, moest zijn S'emboire; het is een Verbe Pronominal.
Circuire, bladz. 321. dit woord is in geen der beste Woordenboeken, die der Akademie, van wailly, gattel enz., te vinden. Boiste heeft het als een verouderd woord.
Van traire en rentraire, die eveneens vervoegd worden, vindt men twee Conjugatien op bladz. 396 en 400.
Het werkwoord frire heeft van zich zelf in den tegenw. tijd der aant. wijs een enkelvoud: je fris, tu fris, il frit, hetwelk op bladz. 412 niet wordt gemeld.
Wijders heeft de Schrijver eenige bijzonderheden in