bijkans onverkrijgbaar is geworden. Geen wonder derhalve, dat men op middelen bedacht is geworden, om dit sap, op de best mogelijke wijze, te vervangen, door iets anders, hetwelk daarmede de meest mogelijke overeenkomst heeft, en, om den lageren prijs, over het algemeen beter te bekomen is. In Frankrijk, vooral, is men hierop bedacht geweest, en zijn de gedachten gevallen op den van ouds bekenden en tot andere oogmerken aangewenden Beetewortel. Het waren de Heeren tessier en deyeux, de eerste, Inspecteur Generaal der Keizerlijke Schapen-fokkerij, en Lid van het Landbouwknndig Genootschap van de Seine, de andere, eerste Apotheker van Zijne Majesteit den Keizer en Koning, beiden Leden van het Institut, die, elk in zijn vak, hunne pogingen te werk stelden, tot een naauwkeurig onderzoek, welke partij, ten bedoelde oogmerke, van den Beetewortel konde getrokken worden. Het resultaat hunner nasporingen, in Frankrijk alom, viel ook onzen kundigen en volijverigen Landgenoot, den Heere Mr. theodorus van swinderen, in handen, die straks te rade werd, die beide stukken te vertalen, en met eenige aanmerkingen en bijvoegsels vermeerderd, in het licht te geven. Het eerste stuk behelst een berigt wegens het zaaijen, planten, kweeken, inzamelen, bewaren der Beetewortelen, en wat verder daartoe betrekkelijk is; terwijl het doel, hetwelk men zich met de uitgave van het andere heeft voorgesteld, geweest is, aan degenen, welke zich, met suiker uit Beetewortels te trekken, zullen bezig houden, eenige algemeene denkbeelden aan de hand te geven omtrent de handelwijze, welke zij daarbij hebben in acht te nemen. De Ophelderinger en Bijvoegsels, door den Heer van swinderen achteraan gevoegd, zijn of uit zijne eigene pen gevloeid, of uit buitenlandsche schriften overgenomen. Het eene of andere over
te nemen, of de stukken te ontleden, gedoogt de aard der zake niet. Met dankbetuiging aan den Heere v.S. voor zijne genomene vaderlandslievende moeite, betuigen wij onzen hartelijken wensch, dat dezelve, in den tegenwoordigen staat van zaken, op eene of andere wijze, ten beste der gemeente iets moge bijdragen!