Leesboekje eene zeer gunstige getuigenis van des mans oordeel, kunde en vlijt. Wij spreken er dus als van iets nieuws over, omdat de vorige drukken ons zijn onbekend gebleven.
Hetgeen ons in dit Werkje bijzonder bevalt, is, dat de Schrijver eenen zoo doelmatigen weg inflaat, om der kinderen verstand, door middel van aanschouwing, opmerking, onderscheiding en vergelijkingen te ontwikkelen, en de zuivere zedekundige en Godsdienstige inhoud. Wat den vorm aangaat; het verdient ook van dezen kant lof, dewijl er in het begin van het Eerste Stukje of niet dan eenlettergrepige woorden voorkomen, of de lettergrepen door een streepje zijn afgescheiden; alsmede, omdat, als men verder in het Werkje komt, de Italiaansche gewone drukletter met de Hoogduitsche en met de Cursieve letter nu en dan wordt afgewisseld, waarvan het nut aan alle Ouders en Opvoeders bekend is, die, gelijk wij, ondervonden hebben, dat hunne kinderen, maar met eene soort van letter het lezen leerende, veel moeite hebben, om met oude boeken, of zelfs met de H.S. te regt te komen.
Doch wij hebben ook wel iets aan te merken. 1. Er staat te veel in deze boekjes; er is stof genoeg in voor zes boekjes, bestemd voor kinderen, die gaarne van tijd tot tijd een nieuw boekje hebben. 2. Onder de versjes hebben wij er gevonden, die stijf waren: bij voorb. in het Tweede Stukje op Bladz. 42, waar de tweede regel niet wel te lezen is, zonder dat de klemtoon op eene verkeerde lettergreep valt. 3. Zulke staaltjes van geestigheid als op Bladz. 70, en zulke berigten van strassen als op Bladz. 85 en vooral op Bladz. 98, wenschten wij hier niet te vinden. 4. Een kind, dat zijne knieschijf breekt (Bladz. 66) kan zulks onmogelijk eenigen tijd verbergen.