Spreuken, opgaven, overwegingen, bepalingen en gronden. Door W.E. de Perponcher. Derde Deel. Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven, 1810. Voor rekening van den Auteur. Met den Bladwijzer 247 Bladz. In Octavo. De prijs is ƒ 1-5-:
De waardige grijsaard de perponcher deelt ons hier nog een Deel mede van zijne Spreuken, enz., niet min belangrijk dan de beide voorgaande Deelen, vol levenswijsheid, opgezameld uit de ervaring van vele jaren, en uit de overdenkingen en waarnemingen met noeste vlijt aangeteekend, en strekkende, om invloed te hebben niet alleen ter verlichting van het verstand, maar ook ter verbetering van het hart. Dit Deel wordt geopend met een kort doorloopend tafereel uit de Nederlandsche Staatsgesteltenis, Bladz. 1-113, in hetwelk de oorzaken worden nagespoord en aangewezen, welke geacht kunnen worden, van tijd tot tijd medegewerkt te hebben tot den eindelijken val van het voormalig zoo bloeijend Nederlandsch Gemeenebest, enz. Het overige van den Inhoud wordt uitgemaakt door bijzondere Spreuken. Opgaven, Overwegingen, Bepalingen en Gronden. Wij kunnen ons niet onthouden, tot eene proeve aan onze Lezers mede te deelen de uitdrukking der stemming van den Schrijver in zijnen ouderdom, bij het beschouwen van de lotgevallen van zijn leven, waarmede dit Deel besloten wordt. Bladz. 239:
‘O mijn God! groot zijn uwe Weldaaden geweest, over mij, in mijnen leevensloop. Veel belovend reeds, voor mij in 't bijzonder, mijn vroegste Morgenstond. Te leurstellingen volgden wel; en niet weinigen, in getal. Maar mijn Middag blonk tog, met lieflijke straalen; hoe zeer wel eens, door zwaare onweersvlagen, verduisterd. Over 't geheel tog, voorspoed, wensch-vervulling, vreugd, hartlijk genootene vreugd, ja huwlijksgeluk, dertig jaaren lang, in eene 't genoegen verhoogende, 't ongenoegen verzagtende uitwisschende vereeniging. O dat