kort aanhangsel over de te vroege of ontijdige geboorten der kalveren. Het Eerste en Tweede Gedeelte des Vijfden Stuks is aan de ziekten van het rundvee gewijd, en beschrijft de ziekten der beenderen, der spieren, der klieren, der huid, de ziekten door Insekten veroorzaakt, die door wormen veroorzaakt, en de zintuigelijke gebreken, waaraan deze dieren onderworpen zijn, met een aanhangsel over eenige ziekten en toevallen, die den kalveren kunnen overkomen, alles met de beschrijving van aanmerkelijke verschijnselen, door den Schrijver zelven opgemerkt of uit andere Schrijvers verzameld, doormengd, en met voorschriften van goedgekeurde en beproefde hulp- en geneesmiddelen. En de twee volgende of laatste gedeelten van hetzelve Vijsde Stuk loopen geheel over de Veepest, behandelende in vijf hoosdstukken de Geschiedenis dezer ziekte, derzelver uitwendige kenteekenen aan de levende runderen, derzelver inwendige kenteekenen, in geopende beesten gevonden; en de voornaamste behoed- en geneesmiddelen, welke tegen de veepest bekend zijn.
Het Zesden Stuks Eerste Gedeelte maakt eenen aanvang met de beschrijving van het huishoudelijke gedeelte des boerenwerks aangaande het rundvee, waarmede deze Natuurlijke Historie geheel zal ten einde loopen. En zoo vinden wij hier in vier hoofdstukken eene beschrijving van het aanleggen van eene boerenwoning of bruiker met deszelfs toebehooren, van het hooi, de grassoorten, en het onkruid, van de behandeling en zuivering der hooi- en weilanden, en van het bemesten derzelve: alles regtstreeks tot de zoo nuttige landhuishoudkunde, en van ter zijde tot de historie en de behandeling van het kostelijke rundvee behoorende.
Zeker zal men in dit Werk menig eene aanmerking, waarneming, ontdekking of voorschrift vinden, welke men in eene Natuurlijke Historie van het Rundvee niet verwachtte: maar alles is meer en min belangrijk, en wordt het nog meer door de trekken van vaderlands- en menschenliefde, welke den edelen grijsaard, onder de behandeling van menig een onderwerp, hetwelk zijne nog levendige inbeelding en warm gevoel ontsteekt, steeds uit de pen vallen. Wij wenschen, dat het Werk vele Lezers moog vinden; doch