Opmerking, ten aanzien van de veelvuldige wonderwerken, door onzen Heer Jezus Christus op sabbathdagen verrigt.
(Uit fellowe's Guide to Immortality.)
Het kan der opmerkinge van eenen aandachtigen Lezer der Evangelieschriften met ontsnappen, dat onze Heer meer Wonderdaden op den Sabbathdag, en onder eenen veel grooter toeloop van volk verrigtte, dan op eenigen anderen dag. Zou men niet mogen denken, dat onze Goddelijke Meester zulks met voorbedachten rade deed, om zijne tijdgenooten en alle zijne navolgers te leeren, dat eene schroomvallige aankleving van en vasthouding aan de letter van mozes wet, Gij zult ten Sabbathdage geen werk doen, niet geschikt was voor de belijders van zijne, den Menschdomme hoogstweldadige, Godsdienstleere? Alsmede, dat wij den Sabbathdag niet heiliger kunnen houden, dan door denzelven te bestemmen ten nutte van de Menschelijke Maatschappij, het bewerken van het natuurlijk en zedelijk goed onzer Medemenschen?
Hoe zeer verdient zulks in opmerking genomen en in 't oog gehouden te worden, om tegen te gaan die neiging, welke zich bij velen openbaart, om den Sabbath (of thans den Zondag) met dezelfde bijplegtige stiptheid en geveinsde gestrengheid te vieren, als de Sabbath onderhouden werd door de Pharizeen ten dage onzes Heilands.
In de daad de Christen-Sabbath kan niet heilig gevierd worden op de wijze, waarop de groote Stichter van het Christendom denzelven onderhield, dan door dien dag toe te wijden aan Liefdewerken, zoo zeer of meer zelfs dan aan bedrijven van meer regtstreeksche Godsdienstoefening. - Eene der grootste Liefdedaden, welke wij, op dien dag, aan onze Medemenschen kunnen bewijzen, bestaat daarin, dat wij bovenal aan de zoodanigen onder hun, die de andere zes dagen der weke sloovenden arbeid moeten verrigten, leeren, hoe zij best hunnen tijd op den zoogenaamden Sabbathdag zoo verdeelen, dat zij zedelijke verbetering met onschuldige uitspanning paren.