Latere voorbeelden van ongemeen hoogen ouderdom.
Een man van kunde, een lief hebber van waarnemingen omtrent de lengte van het menschelijke leven, heeft eene lijst gemaakt van personen, ter zijner kennisse gekomen, welke gestorven zijn gedurende het jaar 1806, in den ouderdom van honderd jaren en daar boven. Hij heeft er 48 gevonden, en onder dezelve 19 mannen en 29 vrouwen. Van deze woonden, ten tijde van hun overlijden, 40 in Engeland en het land van Wales, 2 in Schotland, 3 in Ierland, 2 op Jamaica, en 1 in Amerika. Tien zijn gestorven in den ouderdom van 100, zes van 101, drie van 102, twee van 103, vijf van 104, vijf van 105, drie van 106, zes van 107, een van 111, een van 112, een van 113, een van 114, een van 120, een van 125, een van 131, en een van 134 jaren. Hoewel het waarschijnlijk is, dat de meesten dezer lieden gehuwd, of gehuwd geweest waren, zijn er, echter, slechts zestien op de lijst, die als zoodanig vermeld worden. Een dier gehuwden had veertien kinderen, een ander negentien, en een derde vijf-en-twintig. Eenigen hunner hebben vrouwen gehad, niet minder langlevende dan zij zelven. Eenen vindt men er onder, die zeventig jaren gehuwd geweest was, en haar als weduwe naliet. Een ander liet eene weduw na van honderd twee jaren. Een derde had bij zijn overlijden eene vrouw van twee-en-negentig, en een vierde van negen-en-negentig jaren. Tien dezer lieden staan vermeld, als hebbende het gebruik van alle hunne zintuigen tot den dood toe behouden, terwijl het tegendeel ten aanzien der overigen niet wordt verzekerd. Daar deze lijst alleen Groot-Britannie betreft, op eenige personen na, mag men onderstellen, dat andere landen hoogbejaarde lieden naar evenredigheid bevatten, en dat het, gevolgelijk, niet zoo zeldzaam is, dien hoogen ouderdom te bereiken, als doorgaans wordt geloofd; (gelijk de grijsaard, te Wormer onlangs in den ouderdom van 110 jaren overleden,
wat Holland aangaat, daarvan een voorbeeld oplevert.)
No. VIII. Meng. bl. 323 reg. 23 lees tracheotomia.