stond verdwijnt alle gezonde zin, alle bondig bewijs, al het fraaije der redekunst, ja de zaak zelfs, welke op mijnen geest eenen zoo diepen indruk gemaakt had.
Maar is het lievelingswoord van allen, die wenschen toegevend en bemiddelend te zijn. ‘Zeker, Mijnheer! wat gij hebt aangevoerd, is welgegrond; uwe bewijzen zijn juist gekozen; zij treffen doel in de zaak, waarop het aankomt. Welsprekender heb ik ook nimmer een stuk van dezen aard hooren bepleiten, en, over het geheel, doet, 't geen gij gezegd hebt, zoo veel eers aan uw verstand als aan uw hart; en ik voelde mij in 't eerst opgewekt, gedrongen, om mij met u te vereenigen in het voortzetten van een plan, zoo uitmuntend in zichzelve, en zoo heilzaam in de gevolgen. Maar!’ - Op het eigen oogenblik, dat dit Maar zijn verstand vermeestert, vergeet hij alle zijne opregtheid, en in den tijd van tien minuuten bewijst hij, dat er geen zier waarheid of gezond verstand is in alles, wat hij van den vorigen Spreker hoorde, dien hij met zoo veel lofs ophulde.
Maar is ook het geliefde woord van allen, die door kwaadaardigheid, onbekwaamheid, of eenige andere geheime reden, niet verkiezen de verzochte gunstbetooningen toe te staan. Avarus, de nietsbeduidende avarus, zou gaarne een arm Bloedverwant bijstaan, door hem eenig geld op te schieten tot het aanvaarden eener zake. Maar! - De Man van Aanzien acht zich hoogst gelukkig, dat gij u tot hem vervoegt; hij herinnert zich zeer wel, dat hij u eene nu opengevallen plaats beloofde; geen mensch op aarde is gevoeliger voor de hem bewezene diensten in een en ander geval, noch wenscht sterker, u bij alle gelegenheden voort te helpen. Maar! - Der jonge Juffrouwe laura, geheel vrij van alle voorkeuze, van alle voorafgaande verbindtenis, en die zich altoos gelukkig rekent, wanneer zij hare Ouders genoegen kan schenken, wordt een Huwelijk voorgeslagen met een Persoon, in geboorte, rang en middelen haar gelijk; een Persoon van onberispelijke zeden en goede geaardheid; - zij betuigt het hoogste gevoelen te hebben van de verdiensten diens Heeren; zij verklaart wezenlijk weinigen te kennen, die hem evenaren. Maar! -
Kan er iets schadelijker zijn dan dit zoo veel inhoudend woord? Gij ziet, hetzelve verhardt het hart tegen goedwilligheid, dankbaarheid, gehoorzaamheid; het breekt gemaakte verbindtenissen af, noodzaakt de menschen om hunne bijzondere Vrienden te verloochenen, en ik twijfel geen oogenblik hier te neder te schrijven, dat het in koophandel en burgerlijk bedrijf groote nadeelen aanrigt, en ook in staatkundige verrigtingen geene kleine rol speelt; althans in de berigten, welke ons in de Nieuwspapieren deswege gegeven worden.
Om echter het woord Maar allen regt te laten wedervaren, is er somtijds in 't zelve iets openhartigs, althans iets beslis-