Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808
(1808)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijSchilderkunstig overzigt van het panorama, verbeeldende de stad Weenen, onder het opzigt van den hoogdeeraar Janschen, te weenen, geteekend door den heer W. Barton, en gemaald door de heeren Steininger en Postel, allen landschapschilders te Weenen.(Medegedeeld door a. fokke, simonsz., te Amsterdam.)
Alle beoordeeling rust op zekere vergelijking, 't zij van het eene besluit met het andere, de eene grondstelling met de andere, of, wanneer zij op een of ander voortbrengsel der nabootsende kunsten toegepast worde, van dat voortbrengsel met andere dergelijke, of met de natuur zelve. Wij worden thans weder onthaald op een Panorama, van geheel andere Meesters vervaardigd dan die wier kunstgewrochten in dit vak van begoochelende Schilderkunst wij weleer meermalen zoo zeer en naar verdienste bewonderd hebben. Maar toen de Heer prevost in den jare 1803 ons verrnkte met zijn bevallig Panoramisch Tafereel van de Stad Parijs, zoo als die zich op de gunstigste wijze voordoet, hadden wij nog niets van dien aard hier te lande gezien. De behandeling, de uitwerking, het werktuigelijk zomenstel van deze Kunststukken, alles was ons volstrekt onbekend. Het belangrijke dier Wereldstad, de geheele vreemde toestel, het raadselachtige in de wijze, waarop zoo lets toch wel daargesteld konde worden; dit alles, gevoegd bij de meesterachtige schildering, het bevallig coloriet en oogmis- | |
[pagina 331]
| |
leidende perspectief, verrukte, verbaasde kundigen en onkundigen. Vervolgens heeft dezelfde groote Schilder ons Rome, Londen, Napels, en onze eigene Stad, bij den Winter en geheel met sneeuw overdekt, doen bezigtigen. In alle welke Tafereelen hij eene verscheidenheid van verhevene kunstgedachten deed blijken, die den Kunstkenner bestendig even zeer bleef treffen; - ofschoon zij, die in de geheimen der kunst niet ingewijd zijn, en deze Tafereelen meer naar de voorwerpen, die zij voorstellen, dan naar de wijze, waarop zij die voorstellen, beoordeelen, veelal derzelver voorkeur rigteden, naar mate de natuur zelve, die in alle getrouwelijk gevolgd was, en ook, zouden deze stukken hun doel bereiken, gevolgd moest worden, zich bij het overzigt dier Steden min of meer oogtrekkend en bevallig voordeed. Prevost, de navolger der uitvinding dezer nieuwe wijze van schildering van den Edinburgschen Pourtraitschilder r. barkerGa naar voetnoot(*), heeft ook zijne navolgers, echter, tot heden toè, nog niet zijne verbeteraars gevonden. Wel is waar, in den jare 1805, hebben wij eene poging ter navolging, in de voorstelling onzer Stad door andere hier ter plaatse opgekweekte Kunstenaars, gezien, en tevens opgemerkt, dat wij, ingevalle zij deze nieuwe taak al verder beoefenden, van derzelver verdiensten, ook in dit vak, belangrijke en ons Land eere aandoende kunstwerken te wachten hadden; doch dit was slechts eene eerste, echter zeer wel geslaagde Proeve, die, hoezeer in sommige deelen met de meesterstukken van prevost reeds vergelijkbaar, echter over het geheel niet met dezelve gelijk gesteld konde worden. Thans doet zich uit Duitschland een ander navolger dier uitvinding, maar die ook in vele opzigten mededinger van den Franschen Schilder genoemd kan worden, op. De Heer w. barton, Landschapschilder te Weenen, teekende, en de Heeren steininger en postel schilderden, onder opzigt van den Heer Prof. janschen, | |
[pagina 332]
| |
onlangs een Panorama der Keizerlijke Hoofd- en Residentie-Stad Weenen, 't welk ook aan de kunstlievende Ingezetenen dezer Stad werd voorgesteld. De Stad zelve, welke ons hier voor oogen gesteld wordt, heeft, met betrekking der gebouwen en menigvuldige daken, veel overeenkomst met de Stad Rome, welke door laatstgemelden Schilder ons zoo voortreffelijk voor den geest vertegenwoordigd is; uitgenomen dat deze meer in een modernen smaak gestichte Paleizen, en gene meer schilderachtige Ruïnen en open Pleinen, die altijd een gunstig uitwerksel in deze soort van Schilderstukken doen, in zich vervat. Dit toeval heeft een aanmerkelijken invloed op het coloriet; te meer, daar deze daken niet met verschillend gekleurde dakpannen, die door derzelver golvende kromten verscheidene tinten van licht en schaduw en vele sterke toetsen opleveren, maar met platte gemetselde steentjes, die allen genoegzaam dezelfde kleur hebben, gedekt zijn; zoodat de bruine kleur derzelve over het geheel in dit stuk heerschende is; hetwelk, uit den aard der zaak, eene zekere eentoonigheid te weeg brengt, welke de natuur zelve opgeeft. De lucht, een voorwerp, dat in dit geval ter keuze van den Schilder staat, is in dit stuk wel goed van toon; edoch, daar men verkozen heeft een sterk zonnelicht op 't midden eens heeten zomerdags voor te stellen, hadden wij hier wel gaarne ergens eene stoute en kloeke donderwolk in geplaatst gezien, welke, door derzelver schaduwe op sommige der voorwerpen, eene zeer goede werking hadde kunnen doen, en meer helderheid en rust voor het oog zonde verschaft hebben; een kunstmiddel, waarvan de Heer prevost, in zijn overkunstig Panorama van Londen, zulk een gelukkig gebruik gemaakt heeft. Ondertusschen is het uitwerksel der warme nevelachtige lucht, waarachter de Zon in dit Tafereel zich verbergt, uitnemend schoon. De tweede grond van dit Tafereel is bij uitstek bevallig en kundig behandeld; alleen het uitwerksel eener wolkschaduw blijst hier al mede iets, dat het kundig oog gaarne bij denzelven waargenomen zoude zien. De voorgrond doet, over het geheel beschouwd, eene goede uitwerking; doch men vindt er die hooge maat van illusie niet in, welke den aanschouwer bij de Tafereelen des Heeren prevost de kunst deed vergeten, en | |
[pagina 333]
| |
alles in natuur veranderde. De aangename nuances in muren, daken, schoorsteenen, torens enz., doen welligt uit hoofde der natuurlijke Physiognomie der Stad Weenen, in dit Tafereel niet dezelfde uitwerking op onze verbeelding, als in de, te dezen opzigte inzonderheid gelukkig gekozene, voorwerpen van prevost. De stoffaadje is zeer karakteristiek, doch verschilt eenigzins in stijl en behandeling met die van prevost; gelijk zulks ook altijd van verschillende Meesters in hunne Kunstwerken te verwachten is. In één woord, en om alles te zamen te nemen, de Kunst heeft hier weder haar groot vermogen op de treffendste wijze ten toon gesteld, en doet bij ons het verlangen geboren worden, om ook eenmaal door den Heer steininger, die ons op dit Kunsttafereel onthaalt, met dat van de Stad Praag, door dezelfde Meesters, even aangenaam vergast te worden. |
|