Zulke monsterachtige Karpers moeten zeer oud zijn; doch hun ouderdom laat zich niet wel bepalen. Bij waarschijnlijke gissing kan men alleen weten, dat zij meer dan tweehonderd jaren kunnen leven. In de vijvers van Fontainebleau zouden, volgens den Heere cassel, Karpers van den leeftijd van françois den I, die in 1515 den troon beklom, gevonden worden. Hun kop, voegt hij er nevens, is geheel met mos bedekt.
Verbazend is de vruchtbaarheid der Karpers. Een wijfje van een pond zwaar heeft bloch 237,000 eijeren uitgeleverd; een ander, wegende anderhalf pond, gaf aan petit 342,000 eijeren; een derde, negen pond zwaar, 621,600 eijeren. Doch 't is er verre van af, dat van alle die eijeren Karpers voortkomen, en dat deze Karpers groot worden. Een groot gedeelte kuits wordt van de visschen gegeten; de jonge Karpers staan voor duizend gevaren bloot: zoodat het kleinste getal den ouderdom van drie jaren bereikt; het tijdstip, wanneer zij niets anders dan de snoeken, de otters en de visschers te vreezen hebben. In de vijvers, intusschen, alwaar geene andere visschen dan Karpers zijn, en een naauwlettend toezigt hen tegen hunne vijanden beveiligt, vermenigvuldigen zij dermate, dat zij binnen korten tijd geen voedsel vinden, vermageren en van honger sterven. In dit geval moet men het getal der wijfjes bepalen, en snoek, forel en baars in de vijvers planten.
Het vleesch van den Karper is een voortreffelijk voedsel, ligt om te verteren en voor alle gestellen berekend: intusschen wordt het aan hun, die van eene ziekte beginnen te herstellen, zelden toegelaten, en aan de met Jicht gekwelden verboden, als waarvan het de toevallen verhaast. Te malscher is het doorgaans, naar gelange de Karpers in stiller wateren geleefd hebben. Die te Parijs meest worden gezocht, komen uit de Seine, den Rhijn, en den vijver van Camieres bij Boulogne-sur-Mer. De zulken, die er in zulk eene groote menigte gegeten worden, en er zoo goedkoop zijn, komen, langs de Loire en de Seine, uit de vijvers van la Bresse, Forez, Sologne, en andere niet zoo wijd afgelegene. Op de lange reize hebben zij tijd om zich te spenen. Ook zijn ze, bij hunne aankomst, niet kwaad, hoewel in modderige vijvers geboren en gevoed.