Erasmus en carvajal.
Onze groote Landgenoot erasmus had een Zegelring, van welken hij zich gewoonlijk bediende, met een Terminus, den God der Eindpalen bij de Romeinen, en ter spreuke de woorden Concedo nulli. Erasmus, zich in gesprek bevindende met carvajal, een bekenden Spaanschen Monnik, vroeg dezen, wat hij dacht, dat de meening ware van dit Zinnebeeld? - Carvajal, die eenig geschil met erasmus gevoerd, en zijne eigene minderheid ten duidelijkste bespeurd had, droeg hem geen goed hart toe, en gaf ten antwoord, dat hij niet twijselde of erasmus had dit Zinnebeeld gekozen, om daardoor te verstaan te geven, dat hij, gelijk of ongelijk hebbende, voor niemand in de Republiek der Letteren zou wijken.
Erasmus, de zachtaardige en wijsgeerige erasmus, gaf den Spanjaard te verstaan, dat de uitlegging, door hem gegeven, te eenemaal mis was; dat hij integendeel dit Zinnebeeld en die Spreuk bezigde, om alle opwellingen van Hoogmoed tegen te gaan, en zich den Dood te herinneren, die een einde maakte aan al wat verstand of wijsheid mogt heeten; om te gedenken aan die valleije, door welke de aanzienlijkste zoo wel als de geringste, de geleerdste zoo wel als de onkundigste, in 't einde moest henen gaan.