homet den II, die het Grieksche Keizerrijk vernietigde, veertig Keizers geweest zijn, het Serail veertig schatkamers moet bevatten, die, door elkander, ieder voor het minst op zes millioenen Hollandsch geld geschat, eene somme van tweehonderd veertig millioenen gemunt goud zouden uitmaken. Voeg hier nevens de edele gesteenten, de kostbaarheden, de geschenken, aan alle de Turksche Keizers sedert driehonderd-vijftig jaren gedaan, de verbeurd-verklaarde goederen van bijzondere personen, Pacha's enz., en men zal den verbazenden schat niet kunnen berekenen, sedert meer dan drie eeuwen in het Serail begraven, zonder immer het licht gezien te hebben.
De Harem maakt een gedeelte uit van het Serail. Dezelve bevat de zeven tenten der zeven wettige Vrouwen van den Grooten Heer, ieder van welke hare tuinen, hare afzonderlijke vermaken, haar huis en hare slavinnen heeft. Alle, immers de meeste Reisbeschrijvers verhalen, dat de Groote Heer den zakdoek toewerpt aan die Vrouw, welke hij met zijn bijslaap wil vereeren. Dit verhaal is valsch: zie hier, wat tot die dwaling aanleiding kan gegeven hebben. Alle de Oosterlingen, in het algemeen, hebben de gewoonte, aan hunne vrienden, of aan de personen, die hen komen bezoeken, en wien zij eere willen betoonen, een geschenk te doen van neteldoeksche zakdoeken, met zijde of met zilver geborduurd: en de gewoonte van den Grooten Heer, of van ieder ander eigenaar van een Harem, die het maar eenigzins in zijne magt heeft, om aan de Vrouw, die bij hem moet slapen, een nachtzak te zenden, bevattende een vrouwen nachtgewaad, als hemden, onderbroeken, mutsen en geborduurde zakdoeken, kan de gebrekkig onderrigte reizigers in het denkbeeld gebragt hebben, dat de Groote Heer den zakdoek toewierp aan de Vrouw, welke hij met zijne gunst wilde vereeren.
Voor het overige wordt de Vrouw, welke hij bestemd heeft om hem te worden voorgesteld, door alle hare gezellinnen gevierd en gestreeld. Zij brengt den dag door in het bad, wordt van top tot teen bewierookt, en vervolgens bij den Sultan binnengeleid, die, der Vrouwen zat, door tijdverveling vermoeid, onbekwaam om te beminnen en zelfs om te begeeren, haar dikmaals naar den Harem terug zendt, zonder haar gesproken te hebben, omdat de luim, welke hem haar heeft doen ont-