armoedig gewaad, vloog naar hare moeder toe; en met haar schreijende, vatte zij derzelver handen in eene van de hare, en ondersteunde met de andere haar hoofd. De vader zuchtte diep, en twee jongelingen, de oudste zoonen, die hem nog overig waren, sloegen op dit tooneel een treurig oog.
Eenigen der jongste kinderen, voor hartzeer nog onvatbaar, zaten op den deurdrempel. Zij kwamen zeggen, dat er een rijtuig voor het huis had stil gehouden, en dat er een mooi Heer uitklom. De jonge hursting trad een oogenblik daarna binnen, en bij het zien van het tafereel, welk zich vertoonde, viel hij op een stoel neder, en bezweem.
Het gezin verzamelde zich rondom hem, en zijne moeder hem aandachtig aanziende, riep uit: ‘Mijn zoon! mijn zoon!’ en viel buiten kennis naast hem neder. De vader stond eenigen tijd met gevouwene handen, en in eene gevoellooze neerslagtigheid gedompeld; voorts op de knieën vallende, riep hij uit: ‘Hemel, ik dank u!’ Straks vloog hij naar zijnen zoon, greep hem in zijne armen, en zijne teedere omhelzingen herriepen hem in het leven.
De jongeling was niet wederom bijgekomen, of hij wierp zich aan zijn vaders voeten, en smeekte hem om vergiffenis. ‘U vergeven, karel!’ zeide de Heer hursting: ‘ik ben het, mijn kind, die u om vergiffenis moet bidden voor het wreed ongelijk, welk ik u heb aangedaan!’ Dit gezegd hebbende, doet hij hem opstaan, drukt hem van nieuws tegen zijn hart, terwijl de zoon de vaderlijke tranen langs zijne wangen voelt stroomen.
Inmiddels bleef de moeder bezeffeloos in de armen harer dochter; de overige leden des gezins, ontroerd en verschrikt, wisten niet, wat zij van dit tooneel moesten denken, en de kleine kinderen begonnen luidkeels te schreeuwen op het zien van hunne moeder, die niet meer scheen te leven. Lang was zij zonder eenige teekens van leven te vertoonen, ondanks de gestadige pogingen van haren zoon en echtgenoot; en toen hare oogen open gingen, en zich op het voorwerp vestigden, welk zij zoo gretig gezocht hadden, ondervond zij van nieuws eene te hevige aandoening; zware stuiptrekkingen volgden op hare bezwijming. Zij werd te bedde geholpen, alwaar zij allengskens genoegzaam bedaarde, om haren zoon te kunnen aanzien en omhelzen. Alle de overige kinderen kwamen op hunne beurt in de omhelzingen huns broeders deelen; de oudste dochter, die den geliefden medgezel harer kindsheid ligt herkende, gaf hem blijken van de teederste gevoeligheid.
Na de eerste liefkozingen en de eerste vragen, verhaalde karel, in weinige woorden, aan zijne ouders de lotgeval-