Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808
(1808)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 20]
| |
Levensschets van den eerw. William Coxe, M.A.F.R. & A.S.(Naar het Engelsch.)
‘De Eerw. coxe is onzen Landgenooten, in naam, als Reiziger en Schrijver, bekend, uit de Vertalingen der Werken, door zijne hand ons geschonken. Eene nadere kennis kan hun niet ongevallig wezen. Wij schenken die door de vertaling der volgende Levenschets.’
Het verschaft vermaak aan den Geschiedschrijver en den Lezer, het Leven te beschouwen van eenen Man, wiens uitstekende begaafdheden onophoudelijk bezig geweest zijn in het schenken van onderwijs en het nut doen aan anderen. Onder de veelvuldige Letterbezigheden van den Eerw. coxe, wiens Levensschets wij thans zullen opmaken, was het geenszins de minst lofwaardige, dat hij zich verledigde om de opvoeding te voltooijen van jonge Heeren, zijner zorge toevertrouwd; leer en voorbeeld zamenparende, wanneer hij hunne nieuwsgierigheid voldeed, ten aanzien van de Landen, met hun doorgereisd, en de voorwerpen, welke zij aanschouwden. Het onderwijs en voordeel, dezen aangebragt, is ondertusschen alles niet, 't geen de bekwaamheden van dien Man te wege bragten. De Maatschappij, in 't algemeen, is hem zeer veel verschuldigd, wegens de wijze, op welke hij de kundigheden, door veel oefenings en volstandige werkzaamheid verkregen, verspreid heeft. Mannen van dien stempel verdienen in hunne bedrijven gekend te worden door hunne Landgenooten en zoo vele anderen, als, door de vertaling zijner Schriften, vermakend onderhoud en leerrijk voordeel van zijnen arbeid trokken. Indien het waarheid zij, gelijk men vaak beweerd heeft, dat het Karakter eens Schrijvers best uit zijne Werken gekend wordt, zal het ten volle blijken, dat de ziel van coxe uitstak in kracht en bondigheid. Eeni- | |
[pagina 21]
| |
ge zijner uitvoerigste Werken, die veel tijds ter bearbeiding vorderden, konden niet anders dan met tusschenpoozingen worden vervaardigd; nogtans gaan dezelve op een' zeer eenparigen voet voort, en zijn voltrokken met zulk eene gelijkvormigheid, dat men niet kan nalaten zich over de kracht van zijnen geest te verwonderen. De Eerw. william coxe is de Zoon van Dr. william coxe, een Arts. Hij werd geboren den zevenden van Lentemaand 1747. O.S., in Dover-street, Piccadilly. Slechts vijf jaren bereikt hebbende, werd hij ter schole besteld in Highstreet, Marybone; welke school, ten dien tijde, opgehouden werd door den Eerw. Heer fountaine: hij bleef er slechts een korten tijd; schielijk vertrekkende na Eton, onder het opzigt en onderwijs van den Eerw. Dr. barnard. Hier verbleef hij tot in Zomermaand des jaars 1765, wanneer hij na Cambridge, in Kings-College, vertrok, waar hij tot Lid werd gekozen ten jare 1768. Aan deze Hoogeschool onderscheidde hij zich ten voordeeligste, en behaalde, twee jaren achtereen, de eerste Prijzen, wegens de best opgestelde Latijnsche Verhandelingen. Het bepaald besluit zijnde om in den dienst der Kerke te treden, werd hij, in Wintermaand des jaars 1771, door den Bisschop van Londen in den rang van Diaken toegelaten, en in Lentemaand des volgenden jaars tot Leeraar. Ten tijde dat hij den rang van Diaken verkreeg, schreef hij eene Redevoering in 't Latijn, welke den Bisschop zoo zeer voldeed, dat, toen de. Heer coxe zich ter laatste bevordering aangaf, Dr. jerrick hem toevoegde, zoo zeer overtuigd te zijn van zijne bekwaamheden bij eene vorige gelegenheid, dat alle verder onderzoek overbodig was. Kort na het bekomen zijner ordening bediende hij de Kerk van Derham, nabij Uxbridge, in Middlesex, voor eenige weinige maanden; hij verliet dien post, wanneer de Hertog van marlborough hem, op zeer aannemelijke voorwaarden, uitnoodigde om het opzigt te hebben over de opvoeding zijns Zoons, den Marquis van blandfort. In dit Gezin bleef hij slechts twee jaren. Op een uitgestrekter tooneel van werkzaamheid werd hij geroepen eene rol te spelen; hij vergezelde Lord | |
[pagina 22]
| |
herbert, thans Graaf van pembroke, op diens Reize. Omtrent vier jaren bleef hij uit, en bezocht, in dien tijd, de voornaamste Landen van Europa, uitgenomen Spanje en Portugal. De vrucht van deze zijne Reize was eerlang de uitgave van een Werk, behelzende Reizen in Polen, Rusland, Zweden en Deenemarken, doormengd met Geschiedkundige berigten en Staatkundige naspeuringen. Ten opzigte van Polen vond hij zich vereerd met onderrigtingen uit den mond van Lieden, die een hoogen rang en gezag bekleedden, en geraakte gelukkig in 't bezit van eenige oorspronkelijke Brieven, uit Warschau geschreven vóór en gedurende de Rijksverdeeling, welke hem in staat stelden om een groot licht te verspreiden over dit belangrijk tijdperk; uit welken hoofde het Verhaal, Polen betreffende, verschelde bijzonderheden bevat, tot nog toe niet openbaar gemaakt. Wat Rusland betreft, de Keizerin zelve verwaardigde zich, hem eenige Vragen te beantwoorden; welk gunstbetoon der Alleenheerscheresse van dat Rijk niet anders kon uitwerken, dan dat hij in zijne verdere naspeuringen gelukkig slaagde. De beroemde Geschiedschrijver, de Heer muller, begunstigde hem met verscheide berigten, de gewigtigste en duisterste gedeelten der Russische Jaarboeken betreffende, en wees hem de voornaamste Schrijvers over dat Rijk aan. De aard des Zweedschen Rijksbestuurs, ten dien tijde, opende hem de bronnen van kennisneming zeer gereedelijk; en, sints zijne terugkomst in Engeland, verschaften verscheide Zweedsche Heeren, wel ervaren in de gesteltenisse huns Rijks, hem een nog grooter voorraad van kundigheden. Naardemaal de schrijfstoffe, welke hij in Deenemarken opdeed, min ruim was dan die hij elders verzamelde, werd het verhaal van dat Koningrijk meer bepaald tot die omstandigheden, van welke hij volkomene zekerheid kon bekomen. Het was coxe's onveranderlijk besluit, nooit onzekere berigten aan te nemen, maar zich alleen te bepalen tot zoodanige stukken, als hem voorkwamen op het onbetwistbaarste gezag te berusten. In de Geschiedkundige berigten nam hij zijne toevlugt tot verscheide Engelsche en andere Schrijvers, bovenal Duitschers, op wier waarheidsliefde men aan kon, die | |
[pagina 23]
| |
zich een geruimen tijd in eenige der Noordsche Rijken onthouden hadden, en hem veel, den Engelschen Reizigeren onbekend, opleverden. Veel verpligtings had hij ook aan de Heeren wraxall, pennant, en Dr. pultney; de Kolonel floyd, zijn Reisgenoot, deelde hem een naauwkeurig Dagverhaal der gedane Reize mede, aan 't welk hij zich, wegens vele aangelegene bijzonderheden, verschuldigd rekentGa naar voetnoot(*). De Heer coxe, zijnen Kweekeling te Milaan latende, in Zomermaand des jaars 1779, deed een reisje door het land der Grisons. In Wijnmaand diens zelfden jaars keerde hij weder na Engeland, en verbleef in Kings-College tot den jare 1784, wanneer hij andermaal op reis toog, als Reisgenoot van samuel whitbread, Esq., Duitschland, Zwitserland, de Nederlanden, Holland, de Noordelijke gedeelten van Europa en Italie doorreizendeGa naar voetnoot(†). Eer ééne maand verstreken was, na coxe's wederkomst van laatstgemelde Reize, ontving hij eene aanbieding van william henry portman, Esq., van Bryanston, Dorset, om het toevoorzigt te hebben over de opvoeding van diens oudsten Zoon. Dit gaf op nieuw gelegenheid tot het doen eener Reize met dien Kweekeling, welken hij door Zwitserland vergezelde, een ge- | |
[pagina 24]
| |
deelte van den winter te Parijs doorbragt, en na Engeland wederkeerdeGa naar voetnoot(*). - Naderhand doorreisde hij met den jongen portman verscheide gedeelten van Engeland, Schotland en Ierland. Niettegenstaande de Eerw. coxe een groot aantal vrienden had, en verbindtenissen met Mannen van aanzien, verkreeg hij geene bevordering tot eene vaste standplaats, voor dat hij reeds veertig jaren bereikt had. Eindelijk werd hij, ten jare 1786, door Kings-College aangesteld tot Rector van Kingston upon Thames. Van dezen post deed hij afstand in 't jaar 1788, daar hem, door wijlen den Graaf van pembroke, het Rectoraat van Fugleston met Bemerton, nabij Salisbury, werd opgedragen. Coxe, afstand gedaan hebbende van zijn reizend Opvoedings-onderwijs bij den Heer portman, van wege den staat zijner gezondheid, zette zich te Bemerton neder, en hield zich, even als zijne Voorgangers george herbert en john norris, bezig met het voortzetten zijner geliefde Letteroefeningen, en met het ter drukperse gereedmaken van verscheide Werken, waarvan hij het plan ontworpen of de stoffe verzameld had op zijne Reizen, of staande zijn verblijf aan de Hoogeschole. Nogmaals echter toog hij op reis, in den jare 1794, ten gezelschappe van Lord broome, Zoon van den Marquis cornwallis, op een togt van vijf maanden door Duitschland. Staande deze Reis verzamelde coxe de bouwstoffe voor een Werk, 't geen hij ten oogmerke had uit te geven, onder den titel van The Political State of Europe. Hij gaf een plan van dit Werk in 't licht. Dan, bij zijne laatste wederkomst in Engeland, toegang gekregen hebbende tot de Papieren van Lord walpole, van Wolterton, zag hij van hetzelve af, en sloeg de hand aan de Memoirs of Sir robert walpole, Earl of Oxford, welke hij ten jare 1798 het licht deed zien. - Ten zelfden jare deed de Heer coxe een Reisje in Monmoutshire met zijn Vriend Sir richard hoare, Bart. Dit gaf gelegenheid tot de uitgave van een Historical Tour door dat Landschap, uitgegeven in den jare 1801. | |
[pagina 25]
| |
Ten laatstgemelden jare werd de Eerw. coxe, door zijnen Vriend richard hoare, begistigd met het Rectoraat van Stourton; vervolgens werd hij gekozen tot een der Kanunniken van Salisbury, en benoemd tot Aartsdiaken van Wilts, door zijnen geleerden en eerwaardigen Beschermheer, Doctor douglas, Bisschop van Salisbury, bij wien hij het Ambt van Huis-kapelaan bekleedt. In 't jaar 1802 zond hij in 't licht de Memoirs of horatio, Lord walpole; ten zelfden en volgenden jare eene nieuwe en verbreede Uitgave van zijn Northern Tour, Switzerland and Russian Discoveries. - Thans is die onvermoeid werkzame Schrijver bezig met het vervaardigen der History of the House of Austria. Deze Geschiedenis van het Huis van Oostenrijk stelt hij zamen uit bouwstoffen, verzameld gedurende zijn verblijf te Weenen en in andere gedeelten van het Vasteland. Het laatste gedeelte dier Geschiedenisse van karel den VI af zal verder opgehelderd worden door de Staatspapieren en Briefwisselingen der Britsche Staatsdienaren ten Oostenrijkschen Hove, tot welke de Heer coxe gelukkig toegang bekomen heeft. Dit Werk, zegt men, is vrij verre gevorderd, en zal waarschijnlijk binnen kort den dag aanschouwen. Buiten twijfel zal het met des te grooter belangneming ontvangen worden, daar het ons de eerste geregelde en zamenhangende Geschiedenis schenkt van dat doorluchtig Huis, welke ooit in eenige taal ten voorschijn trad. De Eerw. coxe, zoo veel schrijvende over Landen, Volken en Staatszaken, was niet werkeloos in Godgeleerde Oefeningen en het waarnemen van Herderlijke Pligten: een verwijt, 't geen te meermalen Geestelijken nagaat, wanneer zij, gelijk iemand het uitdrukte, geene enkele Predikatiemakers zijn, en voorts den tijd op eene jammerhartige wijze verbeuzelen. Hij gaf uit, eene zeer duidelijke Explanation of the Catechism of the Church of England; een Abridgment of secker's Treatise of Confirmation; en eene Leerrede over de Excellence of the British Jurisprudence, gehouden voor de Judges of Assize, in de Hoofdkerk van Salisbury, 1799, en op dier verzoek gedrukt. Behalve de reeds gemelde Werken, uit de pen van coxe gevloeid, hebben wij zijne Biographical Anecdotes of handel and smith, in 4to., met Pourtraiteh; A | |
[pagina 26]
| |
Letter on the Secret Tribunals of Westphalia, gerigt aan de Gravinne van pembroke; alsmede gray's Fabels, met Aanteekeningen. Coxe's Memoirs of the Life and Administration of Sir robert walpole (naderhand Graaf van oxford) bewijzen, dat hij eene zeer groote mate van volstandige en voortdurende werkzaamheid en teffens van oordeel bezit. Dit is het uitgebreidste van alle zijne Werken, beflaande drie Boekdeelen in 4to., ieder van 600 tot 800 bladzijden. De bouwstoffen, uit welke hij dit belangrijk Werk vervaardigde, waren door alle deelen des Rijks verspreid. Niemand, dan een Man van coxe's Letterroem en allerwege erkende braafheid, kon er eenen vrijen toegang toe gekregen hebben; en niemand, dan een Boekoefenaar en Schrijver van zijne ervarenisse, had gewis stevigheid en eenparigheid gegeven aan zulke afgezonderde en weinig zamenvoegende brokken. Zoo vele bronnen van kennisgeving zijn zeer zeldzaam ten zelfden tijde ooit geopend geweest voor eenigen Schrijver. De orford, walpole, hardwicke, townshend, stanhope, harrington, waldegrave, grantham, middleton, sydney, melcombe, devonshire, egremont, campbell, onslow, weston, poyntz, keene, etough, en astle Familie-papieren, werden alle voor hem opengelegd. Deze verzameling beslaat niet minder dan 140 Boekdeelen in folio. Met veel oordeels heeft coxe uit dezelve bewijsstukken van de grootste aangelegenheid verzameld. Zij behelsden oorspronkelijke stukken van openbare en geheime briefwisseling, nooit te voren uitgegeven, nooit te voren bekend. Door die buitengewone hulpmiddelen vond coxe zich in staat gesteld, om voor allen, die zijn Werk zich eigen maken, bloot te leggen de verrigtingen van een woelig en gebeurtenisvel tijdperk, in 't welk die groote Staatsman, Sir robert walpole, eene zoo groote rol speelde. |
|