| |
| |
| |
Vlugtige Waarnemingen op eene Reize, van Petersburg over Moscau, Grodno, Warschau en Breslau, naar Duitschland. In den jare 1805. In Brieven, door G. Reinbeck. Met Aanteekeningen van den Vertaler. IIde en laatste Deel. Te Haarlem, bij A. Loosjes Pz. 1808. In gr. 8vo. 200 Bl.
Van dit Tweede en laatste Deel, in denzelfden smaak geschreven, en door den Vertaler uit eigen ondervinding toegelicht, valt het zelfde ter aanbeveling te zeggen, en zullen eenige bijzonderheden, daaruit ontleend, dienen om het nader aan te prijzen.
Nog treffen wij den Reiziger te Moscau aan, en vinden hem bezig met het bezigtigen der zalen van het Museum en den Botanischen tuin. Hier deelt hij eene zonderlinge waarneming mede van den Hofraad hoffmann. ‘Deze had bevonden, dat de lindenbloesem in deze streek geen honig bevat, die hij in andere overvloedig oplevert; dezelve bestaat enkel hier uit drooge vezeltjes. Indien dit misschien het geval met meerder bloesems en bloemen in dezen omtrek zij, zou het bekende gebrek aan bijen gemakkelijk te verklaren zijn.’
Moscau blijkt, uit de berigten van reinbeck, voor de Doctoren een waar Potosi te zijn; en wordt dit door de aanteekening des Vertalers gestaafd. Dan de Geestelijken hebben het bij lange zoo goed niet als hunne Ambtgenooten te Petersburg, daar hunne Gemeenten veel kleiner zijn.
Om Moscau en vooral Rusland wel te kennen, moet men zijne oogen over de Geregtshoven laten gaan. De Reiziger doet zulks, en bewijst, dat ze een treurig en kommerlijk gezigt opleveren. Wat catharina en paul ter verbetering daarvan bestonden, vermeld hebbende, merkt hij op: ‘Zou de Natie nu misschien alexander de groote weldaad te danken hebben, van geregeld het regt te zien uitoesenen? - Het theoretisch gebouw wordt zoo volmaakt, als zelden geschiedt, opgetrokken, maar zal het mogelijk zijn de Russische Themis daar in te vestigen? - Ach! zij zal hier en daar een achterdeur openbreken, hier en daar een' bedekten gang aanbouwen, eenen muur omver rukken en eenen
| |
| |
anderen bouwen, tot dat het geheele voortreffelijke gebouw van binnen zelfs niet meer naar zichzelf gelijkt, of geheel in puin nederstort. Aan de duistere labyrinthische gangen der intrigues en formologie gewoon, zal zij de heldere en regelmatige gangen, die het verstand verlicht, spoedig weten krom te maken en te bepleisteren. Of het zal er mede gaan, even als met zoo vele openbare Gebouwen in Rusland; er wordt altijd gebouwd, maar niets voltooid, of eindelijk zoo afgewerkt als de Izaäkskerk te Petersburg.’
De ommestreken van Moscau, met de Lusthoven, daar voorhanden, bieden onderhoudende schrijfstoffe aan, inzonderheid het Landgoed van den Graaf sheremetjew, Astankina geheeten; 't was daar en op andere Lustplaatsen, dat reinbeck de verrukkendste uren sleet, waaraan hij den Lezer door beschrijving deel geeft. Op vele landgoederen rondom Moscau vindt men aanmerkelijke Fabrijken, vooral Katoensabrijken, waar Drukkerijen bijgevoegd zijn. Het Fabrijkwezen vervult te Moscau voornamelijk het gebrek aan Zeehandel, die een zoo belangrijk voorregt van Petersburg uitmaakt. Deze Fabrijken behooren grootendeels bijzondere personen, die dezelve ondernemen. Langen tijd bestaan dezelve echter zelden: want zij komen gemeenlijk niet tot den derden erfgenaam. Van dit verschijnsel geeft de Reiziger reden. Bijzonder toeft hij op het beroemde Garinka, dat den Graaf alexey rasumowsky toebehoort, waar, behalve het aantal vreemde Gewassen, men zich over den geheelen aanleg verbaast. ‘Het verwekt,’ merkt hij op, ‘een treurig gevoel, als men denkt, dat deze geheel kostbare en aanmerkelijke aanleg, na weinige jaren, hoogst waarschijnlijk eerst vervallen en eindelijk geheel te niet zal gaan. Als de Grooten in Rusland tot het een of ander besluiten, ontzien zij geene kosten, om het tot stand te brengen, en betoonen in de daad zekere grootheid in de uitvoering, welke somtijds wel eens in het buitensporige valt. Even schielijk vergaat echter ook dat vuur, en hunne onverschilligheid houdt met hunnen voormaligen ijver gelijken tred. En al is dit het geval niet, de volgende eigenaar laat alleen daarom den heerlijksten aanleg vervallen, dewijl zijn voorganger er prijs op gesteld heeft.’
| |
| |
De Politie in Moscau levert aardige gevallen op, die aan dezelve niet tot eere strekken. Onder catharina was zij te veel vervallen; onder paul vreesselijk; onder alexander schijnt zij binnen behoorlijke palen te rug gekeerd. Uiterlijk heerscht er veel eerbied voor den Godsdienst. De Armoede toont er zich in eene vreemde gedaante, en ontbreekt het niet aan liefddadigheid, op eene zonderlinge wijze bewezen. ‘Zeer in 't oog loopende is de stilte, die na tien uren in deze geweldig groote en volkrijke Stad heerscht. Zelfs bij de heerlijkste avondstonden zijn er slechts enkele wandelaars op straat, en voor de huizen ziet men op dien tijd niemand meer zitten. Maar dan beginnen vooral om de Smidsbrug, de voornaamste plaats der Fransche modewinkels, de nachtelijke avonturen. In zulk een winkel zijn de eigenaresse en misschien hare winkeldochter alleen geboren Franschen; alle de overige naaisters zijn Russische, gedeeltelijk lijfeigenen van de Fransche Dame, die haar op den naam van een of ander Heer gekocht heeft (want, gelijk bekend is, niemand, die geene Russische adelijke waardigheid bezit, mag lieden op zijnen naam koopen), gedeeltelijk ook meisjes, aan Heeren toebehoorende, die haar gegeven zijn, om het modemaken te leeren. Deze zijn alle, en meerendeels hare meesteressen zelve, priesteressen van Venus Vulgivaga. Gerijfelijke Meisjes van beroep zijn er te Moscau weinig. Ik betuigde aan eenen inwoner mijne verwondering daarover, maar hij loste dit raadsel dus op; dat zij het niet kunnen volhouden, omdat alle meisjes, die lijfeigenen zijn, in haar handwerk kladden. Dit is in de ruimste beteekenis waar, en de ongebondenheid van de mannelijke en vrouwelijke dienstboden in de Heerenhuizen is boven alle beschrijving.’ Op der
Russen kinderopvoeding valt niet te bogen.
Voorbeelden van bijzondere Karakters onder de Russen verschaft de bekende Krijgsman suwaroff, en een zekere D ... te Moscau, een rijk eigenaar van vele IJzer- en Koperwerken. Hij was, blijkens het verhaal, een Cynicus, zoo er ooit een was. Dan te breed ter overneming zijn die beide origineelen geschilderd.
Het wissellot der Vrijmetselaren levert een bijkans geheelen lezenswaardigen Brief op. Voorts geeft dezelve berigt
| |
| |
van de strafoefeningen in dit Rijk. Moscau verlatende, neemt reinbeck de reis naar Duitschland aan; Reisontmoetingen - Plaatsbeschrijvingen - Volkskarakters wisselen elkander onderhoudend af. Warschau ontvangt eene vrij breede beschrijving. Hij zegt ook iets van de ommestreken, alsmede van Breslau, 't geen hem voor het uiterlijke zoo wel beviel, dat hij zich niet ongelukkig zou achten, wanneer het lot wilde, dat hij daar zijn leven moest doorbrengen. Schoon er de Koopmansgeest bovendrijft, is men er niet van vermaken voor het verstand verstoken. De Joden overdrijven hier hunne handelzucht zeer. Bedriegerij is bij hen aan de orde van den dag; eene Dame onder zijne reisgenooten had eene proeve van hunne bedriegerij.
Hij deelt ons ten opzigte van de Saxische Steden de treurige waarneming mede, ‘dat ze alle met schulden beladen, en hare inwoners alles behalve gegoed zijn. De boer heeft zich een geducht overwigt op den landeigenaar weten te verwerven; en dewijl de landgoederen hoe langs hoe meer in prijs dalen, moeten ook de Steden te gronde gaan, en met haar gaat ook de derde stand verloren: welk een onderwerp vruchtbaar in beschouwingen! Er heerscht in de Saxische Steden in de daad veel ellende, en nog meer dan men voor het uiterlijke zou denken. De armoede, die met al haar verschrikkelijk gevolg, ongebondenheid, luiheid, bedrog en zelfmoord, inbreekt, is niet alleen ontkennend, maar ook stellig. De prijzen der levensbehoeften stijgen meer en meer, terwijl de klinkende munt uit de Steden verdwijnt.’
Met een gedeelte van den slotbrief eindigen wij ons verslag. ‘In het oog loopend is het onderscheid tusschen het voorkomen van een Silesisch en Saxisch landstadje, en van eene aanzienlijke Russische landstad: en evenwel kunnen dikwijls de Provincien ten opzigte van de schoonheid en vruchtbaarheid geene vergelijking doorstaan. In Silesien en Saxen draagt alles den stempel van hoogere beschaving; in Rusland is de onbeschaafdheid nog algemeen. De Russische Steden zijn, eenige uitgezonderd, morsige, donkere holen, en zien er uit als of zij onlangs eene prooi van het oorlogsvuur geweest zijn, ook in die Provincien, waar geen vijand sedert eeuwen het waagde eenen voet te zet- | |
| |
ten. Voor een mensch van verhevener behoeften, dan hij met de dieren gemeen heeft, is het verblijf in dezelve volstrekt onverdragelijk: want hij vindt er bijna geen voedsel, dat deze voldoen kan; het gebrek aan bevolking is overal zigtbaar, en wordt alleen in de Steden, door de lijfeigenschap, minder opgemerkt, waar het volk niet naar willekeur wonen kan, maar aan den wil van zijne meesters ondergeschikt is. De physiognomie van deze Steden is smartelijk; die van Silesien en Saxen daarentegen vrolijk en opbeurende. Overal toont de volksvlijt hare wonderen. De menschen zelfs hebben vrijer en opener voorkomen; terwijl in Rusland elk onzigtbaar zijne keten achter zich schijnt te slepen. Alexander de Goede zal deze keten niet geheel slaken, maar echter losser maken, als hij catharina's jaren mag bereiken.’ |
|