Treurzang van Ibn Doreid, in Nederduitsche Dichtmaat overgebragt door Mr. W. Bilderdijk. Tweede en gezuiverde Druk. In 's Gravenhage, bij Immerzeel & Comp. 1808. In gr. 8vo. 24 Bl., Aanteekeningen 62, en Voorwerk XX bl.
De sinart, aan ieder Schrijver eigen, die zijnen arbeid, bij deszelfs openbare mededeeling, door ongewijde handen jammerlijk misvormd ziet, moest vooral eenen Man treffen, als bilderdijk, die onze Hollandsche Letterkunde met zoo vele vruchten van zijnen geest verrijkte, en daarbij zelf alle naauwkeurigheid in acht nam. Dank zij zijner zorge, en tevens der dienstvaardigheid van de Uitgevers, voor dezen nieuwen Druk van een Werkje, welks kunst-waarde een vorige tijd reeds met lof besliste! De Schrijver deelt ons dit een en ander in een Voorberigt mede, en wij juichen zijne redenen volmondig toe. Allenlijk lezen wij met smartvolle aandoening daarin eene schijnbare aankondiging, als of wij, door des Dichters zwakheid en krankheid, welligt niets meer van zijne kunstrijke hand hadden te wachten. Dit lot wenschen wij nog verre van ons verwijderd. Geneeskunde leene nog lang alle hare kracht, ter rekkinge van eenen levens-draad, dien de Schikgodinnen in den Zoon der Musen niet willekeurig zullen afknippen! Zoo blijve de lust in het leed niet geheel ter neder gedrukt! Zoo zweve de geest van Apollo nog over den sterfelijken adem henen, die zich aan zijne lier hecht, om schoonheid en kunst op de aarde te blijven vergoden, zoo lang die niet geheel verdwenen is! Dankbaar althans nemen wij het schoone dubbeld lettergrepige Trippeldicht over, waarmede de Heer bilderdijk, in