schoone formulier alle denkbeelden van eenen wijsgeerigen geest, zoo als die, niet ten tijde van Jezus, maar in de achttiende eeuw, bestond. Dus, b.v. reeds in den aanvang
Om waereldbollen wentlen maanen,
Het talloos heir van allen zonnen wentelt
God! - Onze Vader! God, die in den heemlen zijt!
raakt dat overschoone denkbeeld verloren, welk onze Heiland wegens God, in diens aanbidding, daarstelt, als der menschen altijd zegenenden Vader; verbeterende daarmede de rampzalige begrippen en voorstellingen der Joodsche Leeraren wegens Jehovah, als eenen toornenden Wraakgod, die nimmer ophield te straffen en de zonden der vaderen te wreken in het nageslacht. Dan, ieder, die klopstock kent, is tevens bewust van de hooge vlugt van zijnen dichterlijken geest, en vergeeft zulk eene afwijking aan zijne, dikwerf ongematigde, verbeelding; terwijl, althans in dit Onze Vader, de voorstellingen zelve zeer zuiver zijn, zonder dat inmengsel van mystieken onzin, welk den godsdienstigen man zoo dikwerf elgen was. Wat ons het meeste aangaat, is de vertaling, en, voor zoo veel wij ons uit eene voormalige lezing van het oorspronkelijke meenen te erinneren, daar wij dat stuk zelf niet bij de hand hebben, moet dezelve allezins getrouw heeten, overeenkomstig met de verschillende vers-maat, welke de Dichter aan zijn onrijm heeft willen geven. Enkele dichterlijke vrijheden omtrent naamvallen enz., zoo als in het bovengemeide voorbeeld allen zonnen, den heemlen, en op eene andere plaats het bijwoord daaglijks voor het bijvoegelijke daaglijksch brood, hadden wij gaarne gezien dat bij de overzetting waren achterwege gebleven. Voor het overige beveelt zich deze uitgave door de pracht van druk en papier; dan voor het gebruik van de oud-nederduitsche letter, die thans te regt, bij de hoogere vlugt onzer gieterijen en boekdrukkonst, als geheel versleten wordt verworpen, hebben wij geene de minste reden kunnen vinden.