Natuurkunde der Ziel, door Joh. Christop. Hoffbauer, Hoogleeraar in de Wijsbegeerte te Halle in Saxen. Uit het Hoogduitsch vertaald door Arn. Nic. van Loon, A.L.M. & Phil. Doct. Te Amsterdam, bij W. Brave. 1808. In kl. 8vo. 504 en LIV bl.
Nasporing van den aard en het wezen der menschelijke Ziel was van oudsher bij den Wijsgeer geliefd, omdat de kennis van zichzelven voor den mensch inderdaad kan gezegd worden de belangrijkste van alle wetenschappen te zijn. En zij echter was het, die, den Wijsgeer in het bovenzinnelijke te zeer verdiepende, eene reeks van afgetrokkene redeneringen en stelsels voortbragt, waarvan het eene al ongewisser en onzinniger was dan het andere, en waarvan de slotsom zich in het ongemeten vak der loutere voorstellingen verliest Verpligtende is alzoo ten allen tijde de arbeid dier Geleerden, die, voorstelling en ervaring zorgvuldig schiftende en vrij van schoolsch vooroordeel, juist daardoor toonen, eene nadere schrede in het rijk der waarheid te willen en te kunnen doen, en hunne tijdgenooten tot juistere waarnemingen op te leiden. Onder dezen rangschikken wij met volle goedkeuring den Halleschen Hoogleeraar hoffbauer, ten opzigte van zijnen boven gemelden arbeid. Immers, al dat gene, wat gewoonlijk aan de Ziel, in onderscheidinge van het Ligchaam, naar eene wijsgeerige voorstehing, wordt toegekend, - gewaarwording, aanschouwing, zin, kennend vermogen, verstand, vernuft, verheeldingkracht, - en daarna, wederom in verband met het Ligehaam, wordt aangenomen, als aandoening, hartstogt, taal, zinnelijkheid, genoegen, misnoegen, begeerten, afkeer, vermsak, neiging, temperament en karakter, in alle derzelver