Disputatio Juridica inauguralis, exhibens quaedam de testamento nullo et rupto et de hujus doctrinae usu in foro. Quam - publico et solemni examini submittit M.G. de Jonge. - Regtsgeleerde Proeve, bevattende eenige aanmerkinken over de nietige en verbroken testamenten der Romeinen, en het gebruik der leere daaromtrent voor onze regtbanken.
Eene zeer goede Akademische Verhandeling, welke wij met het grootst genoegen hebben gelezen, wordt den Regtsgeleerden in deze proeve aangeboden. Het is bekend, hoe uitstekend het Romeinsch regt de vrijheid van testamentmaking begunstigt; en echter is er bijna geene wetgeving mogelijk, welke deze vrijheid ten aanzien der kinderen meer beperkt, dan juist dit zelfde Romeinsch regt. Geene kinderen mogen bij uitersten wille stilzwijgend worden voorbijgegaan, geene onterving kan plaats hebben zonder gewigtige redenen, en het testament is volkomen nietig, wanneer kinderen, welke zich in de vaderlijke magt bevinden, met stilzwijgen zijn voorbijgegaan; gelijk zelfs een wettig testament verbroken wordt, wanneer na de testa mentmaking, of na den dood des testateurs, kinderen geboren worden, van welken in het testament geene melding gemaakt is. Bij deze twee laatste bijzonderheden bepaalt zich de Schrijver dezer schoone proeve, welke in twee Hoofddeelen gesplitst is, waarvan het eerste over de Romeinsche regten te dezen aanzien handelt; terwijl het tweede bij de vraag stilstaat, of en in hoe verre deze zelfde beginselen van het Romeinsch regt nog heden ten dage bij ons geldig zijn.