Algemeene Geheimregels der Gelaatkunde, dienende tot een Handboek voor den Menschenkenner en Teekenaar, van J.C. Lavater, in leven Christen-leeraar te Zurich. Uit het Hoogduitsch vertaald door Isaäc van Haastert. Met Afbeeldingen. Te Leijden, bij A. en J. Honkoop. 1807. In kl. 8vo. 85 Bl.
Geheimregels, die men aan den klepel hangt! Gretig tastten wij naar dit boekje; maar wij vonden ons teleurgesteld. Het is enkel geschreven voor lavaters goede vrienden: en dit zullen vrienden en kenners der kunst zijn. Hij verzoekt hun, deze regels als een pand der vriendschap voor vrienden te bewaren. Het minste daarvan, zegt hij, is voor allen; het zijn meerendeels geheime regels, en die (dit voegen wij er bij ondervinding bij) geheim blijven ook na eene aandachtige lezing, indien men niet van de vrienden en kunstbroeders zij. Dit zal zoo behooren tot het wezen dezer wetenschap, en dit is ook wel het beste: de Vertaler waarschuwt ons ook van de onzekerheid der Gelaatkunde, als zij beslissend spreken wil, en prijst dezelve voornamelijk ook maar den teekenaar en dichter aan; en lavater zegt aan het slot: ‘geeft het heilige den honden niet, noch werpt uwe paarlen niet voor de zwijnen! den reinen is alles rein, en de waarheid is eensgezind met de vrijheid!’ - Honden en Zwijnen? Indien dit de zoodanigen zijn, wien dit boekje weinig wijzer maakt, dan hebben wij de eer, ons hier onder deze beestjes gerangschikt te vinden. Het doet er weinig toe; non omnia possumus omnes; en wij twijfelen geen oogenblik, of een aantal Lezers zullen zich hunne plaats dan ook hier nevens ons aangewezen vinden. Gelukkig intusschen, die, bij de meest mogelijke zekerheid dezer gelaatkundige regelen, en het meest mogelijk aantal van kenners dezer kunst, zich zijner