uitgegeven is. Wat het Tooneelmatige van dit Stuk en deszelfs uitwerking bij de vertooning aangaat, daarover kunnen wij geen oordeel vellen, wijl het ons onbewust is of daarvan bereids eenige proeve ergens hier te lande genomen zij; doch wat het nut en den zedelijken indruk, dien het voorval met betrekking tot onze Natie kan hebben, aangaat, dit is genoegzaam uit den titel zelven af te nemen, en kan niet dan zeer gering zijn. De Aucteur had, onzes bedunkens, geen onderwerp kunnen kiezen, dat zijnen Landgenooten meer vreemd ware, dan de eigenlijke Lijfeigenschap van sommige landlieden in de noordelijke gewesten van Duitschland: want alhoewel onze Bondgenooten, de alles overwinnende Franschen, ook dit onnatuurlijk gedrogt aldaar bestreden en overwonnen hebben, kan zulks hier te lande niet meer dan eene algemeene erkentenis voor hunne in dit vak aan het menschdom bewezene diensten opwekken; en dat oogmerk was in den vertaalden Duitschen Roman reeds voldoende genoeg bereikt. Alleen de zinnelijke voorstelling, de dadelijke aanwezigheid der handelende personen, is hetgene het publiek in het Drama boven den Roman wordt aangeboden; doch daartegen verliest het ook den juisten zamenhang der geringste omstandigheden, en de verstandige en nuttige aanmerkingen, welke hij, die eene Levensgeschiedenis schrijft, opgeven, en zijn werk daarmede van meerder nut maken kan. Op taal en spelling, welke geheel verschillen van de thans meest algemeen aangenomene, zouden wij geene aanmerking maken, wijl wij uit de Voorrede ontdekken, dat het werk bereids gereed was, eer de spelling van den Heere siegenbeek hier te lande, op gezag van den Souverein, ingevoerd werd; doch er komen somtijds zulke, ook van het voormalig, op gronden der beste Schrijveren, gevestigd gebruik verschillende, spelwijzen in voor, dat het ons zeer verwondert, dat men die den voorrang boven hetzelve gegeven hebbe; daar wij, wegens de onderlinge gelijkheid en bestendige
waarneming dier soloecismen in de Hollandsche Spelkunst, dezelve niet op rekening van overzieningen en drukfouten kunnen stellen; bij voorbeeld het menigvuldig gebruik van de letter d voor t in den derden persoon des tegenwoordigen tijds van de werkwoorden; dat echter weder op andere plaatsen vermijd wordt. Op bl. 2 vinden wij vergiftigd en knaagt in dezelfde periode; bl 4: dat loopt en rend, en zoo door het geheele Stuk. Somtijds ook de weglating der t op het einde dier woorden, als op bl. 3: gij word bitter. Wij zouden gaarne gezien hebben, dat de Aucteur in zijn Voorberigt ten minste eenigen grond voor deze zijne, naar 't schijnt, op eene voorbedachte keuze rustende, vreemde spelling gegeven hadde.