lige Bisdom Munster, schoon viermaal zoo groot en driemaal meer bevolkt, aan Holland ware ten deel gevallen. Zie hier den korten inhoud. Ligging en Grenzen. Grootte en Bevolking. Luchts- en grondgesteldheid. Rivieren en Wateren. Voortbrengsels. Middelen van bestaan. Godsdienst en Geestelijkheid. Inkomsten. Voormalige Regeringsvorm en Regenten. Verdeeling. Voorname plaatsen. - De uitgestrektheid van Oostvriesland wordt berekend op 9½ Duitsche mijlen van het Zuiden naar het Noorden, en 9 mijlen van het Oosten naar het Westen. De bevolking bedroeg, in den jare 1805, 120,000 zielen, zijnde bijkans 18,500 meer dan in den jare 1780. Men rekent dat er thans zes negende deelen lands bebouwd zijn, dat twee negende deelen uit moer- of turfland bestaan, en een negende deel heigrond bevat. Men rekent dat Oostvriesland ruim 100,000 stuks hoornvee oplevert, 28,000 paarden, 40 of 45,000 schapen, en 20,000
varkens. Uit het plantenrijk levert dit land rogge, tarwe, garst, haver, raapzaad, boonen, boekweit, erwten en aardappelen. Men vindt er uitmuntende pijpaarde, welke deels hier tot pijpen verarbeid, deels ruw naar Holland wordt verzonden; alsmede zeer goede potaarde, die voor de Engelsche niet behoeft te wijken. De middelen van bestaan zijn: landbouw en veeteelt; fabrijken en trafijken, bepalende zich inzonderheid tot fijn en grof linnen, onderscheidene wollen stoffen en kousen, ledersabrijken, olij-, pel- en koornmolens, branderijen, brouwerijen en azijnmakerijen; voorts turfveenen; koophandel, zeevaart en visscherij. Wegens de oprigting eener Oostindische Maatschappij ontmoet men hier een vrij uitvoerig verslag. De gezamenlijke inkomsten uit Oostvriesland werden, in den jare 1803, op ruim een millioen Rijksdaalders begroot. De voornaamste plaatsen zijn Aurich, de Hoofdstad, Emden, Norden, Leer, enz. Ook behooren tot Oostvriesland eenige eilanden: Borcum, Juist, Norderny, Baltrum, Langeroog, Spiekeroog en Nesserland.
Jeverland is drie Duitsche mijlen lang en twee mijlen breed, en heeft eene oppervlakte van vijf vierkante Geografische mijlen; de bevolking wordt op ruim 17,000 zielen geschat. Het land is laag, en bestaat grootendeels uit een vetten vruchtbaren kleigrond, voortbrengende raapzaad, tarwe, garst, erwten en boonen. Het rundvee valt er tamelijk zwaar. Men heeft