ge deerenis, verwekte, en het gerucht van zijnen toestand door de Stad verspreidde. De Ongelukkige wierd in mijne nabuurschap bij deszelfs aangehuwde Bloedverwanten den tijd van vier weeken (nagenoeg) geherbergd. Onder het toedienen van Geneesmiddelen, door den Arts hem voorgeschreeven, beterde zijne kwaale niet: en vond men zich verpligt, den akelig bezochten Lijder naar Groningen tot deszelfs Vader, met een rijtuig en onder vereischte toezicht, over te voeren. Dan ook aldaar vond hij, geduurende 14 dagen, en onder het gebruik van Medicijnen, geen baate. Inmiddels herinnert zich alhier eene Dame het bovengedacht berigt in uw geëerd Maandwerk, en doet zij hetzelve de aangehuwde Bloedverwanten aan de hand, door wien het vaardig wordt overgebriefd; gelijk zij nog niet af kunnen, gezegde Dame door mijne pen hartelijken dank te betuigen voor haare altoos menschlievende en bij de uitkomst gezegende Aanwijzing; waarvan ziet hier het gebruik en tevens het gevolg.
Met den avond van eenen dag, op welken de Lijder, na eene krankzinnigheid van nu rijkelijk 6 weeken, geheel in woede geweest was, plaatste men, overeenkomstig met het voorschrift, agttien leevende Daauwwormen hem onder aan in de holte van iederen voet, en zorgde met windsels, dat zij niet uitkruipen mogten. Den nacht ten einde zijnde, waren zij, als ook de windsels, verrot, tot zwart slijm geworden, en stinkende. De Lijder, schoon niet hersteld, noch zijner zinnen magtig, gelijk in het geval te Utrecht, bevond zich toch bedaard, en dommelig of bedwelmd. Men herhaalde dus de proeve, en na den tweeden nacht waren alweder de wormen dood, en aangedaan door het verderf, echter geenzins in die maate als vooren. Thans toonde de Man tegenwoordigheid van geest te hebben, en blijk van herstel zijner verstandelijke vermogens. Echter wierd goedgevonden, nog eenen derden en ook vierden nacht het middel te bezigen; wanneer ten laatsten de wormen bij hunne kleur en veelen in leven bleeven, en de Lijder gezegd kon worden, naast God, aan dit gebezigd middel zijne volkomen geneezing verschuldigd te zijn. Althans, daarna met voorzichtigheid maatregelen neemende tot bevestiging van zijne herwonnen welvaart, is hij ten aanzien van ligchaamelijke gezondheid zichtbaar toegenomen, en bezit hij nu eene gelijke, of zelfs meer-