petrarcha te bewerken, faalde hij niet alleen in die bezending, maar liet zich gereedlijk overhaalen om Toscaanen te verlaaten, geduurende het heerschen der Partijschappen, en staande dien tijd door verscheide deelen van Italie te reizen. Koning robert ontving hem te Napels met alle teekenen van onderscheiding en vriendschap. Hier werd hij smoorlijk verliefd op eene Natuurlijke Dogter van dien Vorst, 't welk hem zeer lang te Napels deedt verblijven. Het is mogelijk niet te onpas hier aan te merken, dat boccaccio door dioneus zichzelven verstaat, en door fiametta, maria van arragon, de Natuurlijke Dogter des Napelschen Konings robert.
Wanneer de woede der Partijschappen te Florence bedaard was, keerde hij weder na die Stad; doch welhaast vertrok hij weder, om de rust van Certaldo te smaaken. Aldaar stierf hij in 't jaar 1375 aan eene maagkwaale, die hij zich door een te zeer zittend en letteroefenend leeven hadt op den halze gehaald.
Volgens vellani, was boccaccio vrij zwaarlijvig, en stak uit door de fraaiheid van zijne lijfsgestalte en behaaglijk voorkomen. Hij vondt smaak in beschaafd en vrolijk gezelschap; hij verwierf zich veele vrienden, maar bleef met dat alles behoeftig.
Behalven de Theseïde liet hij veele Italiaansche verzen naa, die egter geen gunstig denkbeeld van zijne begaafdheid voor de Dichtkunst opleveren. Zijne Latijnsche opstellen, die desgelijks veelvuldig zijn, oordeelt men in 't algemeen dat ruw en van fraaiheid verstooken zijn. Zijne Schriften in ondicht in zijne moederspraake, in tegendeel, vermaaken door de verscheidenheid van vinding, de rijkheid en zoetvloeiendheid van stijl. Deeze voeren tot titels: Il Filiocolo, La Fiametta, l' Ameto, Il Labertino d' Amore, Il Comento di Danto, en Il Decamerone.
Het plan van dit laatstgemelde Werk komt hier op neder. In den jaare 1348 woedde 'er eene allerverschriklijkste Pest te Florence. Zeven jonge Juffrouwen, en drie jonge Heeren van derzelver kennis, beslooten, ter ontwijkinge van dien geessel der verwoestinge, zich op het land te begeeven, en aldaar de naargeestigheid te verdrijven, door zich aan onschuldig vermaak en vrolijkheid over te geeven. Eene der voornaamste bronnen van het onderhoud te dier plaatze was, dat zij, op 't heetste van den dag, elkander met het doen van vertellingen bezig hielden. Deeze vertellingen, gepaard