terwijl, eenige jaaren geleeden, etlijke Visschers, on een schoonen dag, eene halve mijl van land, bezig waren met visschen, viel 'er uit de lucht een steen, ter grootte ongeveer van een voetbal; dezelve viel midden in de schuit, en maakte een lek, tot groot gevaar van de lieden, die 'er in waren; dezelve kon niets anders zijn dan eene zelfstandigheid, in de wolken geformeerd. De steen geleek naar verdikte of versteende klei, en was langen tijd in handen van Kapitein andries dick, toenmaals Rentmeester van het Landschap, nog in leeven, en die mij gezegd heeft, den steen gegeeven te hebben aan wijlen den Graave van glencairn.
Dit Verschijnzel viel voor in den jaare 1675 of 1676. De gewoone uitbarsting en het licht, die de Luchtsteenen verzellen, wierden hier niet opgemerkt, of gebeurden niet. De vertooning van verdikte of versteende klei kenmerkt deeze zelfstandigheden.
Wil iemant beweeren, dat deeze steenen in den dampkring ontstaan, moet hij eerst bewijzen, dat de dampkring de bestaandeelen daarvan bevat: silex, ijzer, nickel en magnesia.
In weerwil onzer uitgebreide Delfstofkunde, is 'er tot nog toe geen rots op den aardbodem ontdekt, naar deeze steenen gelijkende. Indien zij van Volkanischen oorsprong zijn, daar de bestaandeelen van allen nagenoeg de zelfde zijn, moeten wij onderstellen, dat zij uit eenen Vuurberg zijn uitgeworpen; maar hoe groot moet de voortwerpende kragt zijn, die eenen steen na Benares in de Oostindiën, of na Yorkshire in Engeland, heeft kunnen voeren!
De vernustige Heer sowerbij meent, dat 'er in Britannie rotzen, gelijksoortig met die steenen, voorhanden zijn, en dat de Elektrieke vloeistoffe, door het ijzer aangetrokken, een of meer brokken van de rots heeft kunnen losmaaken, en eene uitbarsting en vlamme veroorzaaken.
Van de onderscheidene verklaaringen van dit Verschijnzel dunkt mij de minst onwaarschijnlijke, de onderstelling, dat deeze steenen uit een brandenden berg in de Maan zijn geworpen; en 'er is eene zonderlinge omstandigheid, die men opgemerkt heeft het vallen van eenen Luchtsteen vooraf te gaan, welke op deeze onderstelling kan verklaard worden. - Men heeft opgemerkt, dat