Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1806
(1806)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTwee waarneemingen, wegens de heilzaamheid der olie in besmetlijke ziekten.Onlangs deelden wij in ons Mengelwerk mede, de Waarneeming van den Heer john jackson, over de heilzaamheid der Olijven olie tegen de PestGa naar voetnoot(*). Twee waarneemingen, dit verder staavende, willen wij onzen Leezeren niet onthouden. De eerste ontleenen wij uit een in Parijs, ten voorleeden jaare, uitgekomen Werk, getiteld: Nouveau Voyage en Espagne, waarin, onder andere middelen, in het Zuiden van Spanje, ten tijde van de aldaar heerschende besmetlijke Ziekte, te werk gesteld, als het in zee baaden, het 's morgens drinken van een glas zeewater, 't welk veele besmetten genas, ook het besmeeren der lichaamen met Olie voorkomt, en wel bijzonder vermela wordt, dat de Colonel reding, die een Zwitsersch Regiment, ten dien dage te Malaga in bezetting liggende, geboodt, zijne Manschap voor besmetting bewaarde, door hun, telken morgen, hunne hembden in Olie te doen doopen. De tweede waarneeming deswegen troffen wij aan in de Engelsche vertaaling, door adam neale vervaardigd, van een Fransch Werk van p. assalini, M.D. onder den titel: Observations on the Plague, the Dysentery, the Opthalamy of Egypt, and on the Means of Pre- | |
[pagina 635]
| |
vention; with some Remarks on the Yellow-Fever of Cadiz, and the Description and Plan of an Hospital for the reception of Patients, affected with Epidemic and Contagious Difeases. - Dr. assalini spreekt zeer beslissend over de heilzaame gevolgen van de bestrijkingen met Olie. Bij het berigt, ‘dat, in het verloop van vijf jaaren, tweehonderd-en-vijftig Persoonen, met de Pest bezogt, in het Hospitaal te Smyrna opgenomen en hersteld werden, 1. door het verminderen van den te grooten overvloed van vogten, daar bij plaats hebbende; 2. door de eerste wegen te zuiveren, wanneer dezelve vervuild waren; 3. door uitwaasseming en zweeten te bevorderen,’ - voegt hij: ‘dat het getal der zodanigen, die door bestrijkingen met Olie tegen de Pest beveiligd werden, verbaazend groot was.’ Wegens de werking van dit laatstgemelde middel veronderstelt hij, ‘dat de even warm gemaakte Olie de huid verzagt en week maakt, alle de porien of uiteinden van de uitlaatende vaten opent, terwijl dezelve eene geheel tegenovergestelde werking doet op de uiteinden der opslurpende vaten, als welke daardoor geslooten, en ter opneeminge buiten staat gesteld worden.’ |
|