sijn gestoten talk, die op het gelaat en op de klederen kleeft. Voorzien van blaazen met veerkragtige gom, met spuiten, slessen, potten, kruiken, schotels - werpen zij water, dikmaals in geene kleine hoeveelheid, op die langs de straat gaan. Gelukkig indien men slegts besprengd worde: want niet zelden ontvangt men water en vat tevens op het hoofd.
De Portugeezen, aan deeze soort van galanterij gewoon, vergenoegen zich op die dagen met zich in een oud gewaad of regenmantels te kleeden, en zich onder groote regenschermen te verschuilen. Vreemdelingen, minder verdraagzaam, antwoorden zomtijds met steenen. Jaar op jaar worden 'er glazen ingesmeeten, en hoort men 'er geschillen en kijvadien.
Ronden, of burger-patrouilles, loopen langs de straaten; doch zij dienen niet om het spel te beletten; in tegendeel hebben zij last om het te beschermen, en de mishandelingen te voorkomen, welke den watersprengeren zonden kunnen aangedaan worden. De Ronden zelve worden weinig gespaard; zelden volbrengen zij hunnen weg zonder besprengd te worden.
Indien 'er in het Karneval te Lissabon niet gedanst worde, men stelt zich daarvoor schadeloos op andere dagen, door de Kerk tot onthouding en vasten bestemd, doch welken de Portugeezen, dat volk, welk voor het godsdienstigste van Europa wil gehouden worden, verkiezen om te danzen. De Processien, die 'er alsdan alle weeken worden gehouden, zijn de aanleiding en beweegreden tot menigvuldige danspartijen. De Portugees zou geen vleesch durven eeten, en hij danst; hij zou in geen uitwendig godsdienstig bedrijf nalaatig durven blijven, en hij geest zich aan een luidruftig vermaak over, in eenen tijd, der ingetogenheid gewijd.
De Portugeezen schijnen zich door hunne gebruiken van de andere Natien te willen onderscheiden; dit is reeds gebleeken; zie hier nog een ander bewijs daarvoor.
In den winter is het klimaat koud genoeg om eenig ijs te maaken. Gemeenlijk regent het drie of vier maanden, zomtijds vijftien of twintig dagen zonder tusschenpoozen; de regenvlaagen zijn 'er geweldig; de straaten zijn met water, slijk en modder bedekt; de vogtigheid dringt door tot in de huizen; zij pakt zich aldaar opeen; alles is 'er klam. Nogtans warmt zich de Lissabonsche Portu-