| |
Wijze van het kweeken van de rhabarber; belangrijkheid van derzelver aankweeking, en gebruik. Door W. Fordijer.
Elk erkent, dat de weelde in Engeland meer algemeen is geworden dan ooit. Tevens zal men erkennen, dat de vadzigheid, een onvermijdelijk gevolg der weelde, en de onbestendigheid van het klimaat, de noodige lichaamsbeweeging voor de gezondheid verhinderen. De meeste zwaare en gevaarlijke ziekten ontstaan uit de zwakheid en ongesteldheden der maag en des onder- | |
| |
buiks, die door de onmaatigheid worden aangezet. Indien 'er mogelijkheid zij, eenvoudige middelen uit te denken, bekwaam om deeze ongemakken te geneezen, en de maag te verfterken, moet, tot welken prijs ook, derzelver aankweeking bevorderd worden, ten einde dezelve met geringe kosten te kunnen magtig worden. Een gewigtige dienst zou dit voor het menschdom zijn.
De altijd weldaadige Natuur heeft ons van eene plant voorzien, welke deeze eigenschap bezit; 't is de Rhabarber (Rheum palmatum), zoo vermaard bij in- en uitlandsche Geneesheeren. Leed moet het ons doen, dat zij in Engeland niet in genoegzaame hoeveelheid is aangekweekt, om aan het gebruik daarvan te kunnen beantwoorden, ten einde om den invoer daarvan noodeloos te maaken, of gedeeltelijk te verminderen, en dezelve meer algemeen te doen worden; alsdan zoude zij beterkoop zijn, en alle de standen der zamenleevinge zouden dezelve tot minder prijs kunnen bekomen.
De Heer alexander dick, Baronet, Voorzitter van het Geneeskundig Kollegie te Edinburg, de belangrijke hoedanigheden der Rhabarber kennende, en door zijnen ijver voor het heil des menschdoms genoopt, wilde eene proeve neemen om de kweeking van dezelve in Engeland over te brengen, zoodat men van de voordeelen, welke zij aanbiedt, nut konde trekken. Van dit ontwerp zwanger gaande, vervoegde hij zich tot zijnen vriend Dr. mounzey, die zijn verblijf hadt aan het Hof van Petersburg, wien het, met de bescherming van Czar peter zijn voordeel doende, langs dien weg gelukt was, eenige zaadkorrelen van de Rhabarber te bekomen, welke hij in des Czars tuin gezaaid en gekweekt hadt. Zeer wel tierde aldaar die plant, en schoot zaad naa verloop van twee of drie jaaren; zoo suel groeide zij, dat dikmaals binnen het tijdverloop van drie weeken haare bladeren de lengte van achttien duim bereikt hadden. Dit gewas is zeer kloek, en op de plaatzen, alwaar het voortkomt, is zijn stam zeer hoog en fraai.
Naa het overlijkden van den Czar keerde Dr. mounzey na Engeland terug, en bragt eenige Rhabarberzaaden mede, van welke hij eenigen aan den Heere alexander dick vereerde, die, in zijnen tuin te Prestonfield, omtrent de aankweeking met de uiterste zorgvuldigheid te werk ging, en wortels van deeze plant liet droogen. Hij deelde zaaden uit aan de zulken zijner vrienden,
| |
| |
die zich met de kweeking daarvan wilden bemoeijen, en verder aan allen, wier ijver voor het algemeen welzijn hem bekend was. Onder deeze noemt men den Hertog van athos, Graaf bute, Dr. pope van Edinburg, mijnen ouden vriend, die, in de betrekkingen van arts, kruidkundige en mensch, zijn vaderland tot eere verstrekt.
Omtrent zeven jaaren daarnaa vond ik veel Rhabarber in den Botanischen tuin te Edinburg, en in dien van den Baronet dick. Ik kreeg verlof, in die tuinen eenige zaaden te plukken, en wortels te neemen, die ik na Engeland bragt.
De reden, waarom van het kweeken van de Rhabarber tot nog toe geen werk wordt gemaakt, is mij onbekend; misschien moet aan de moeijelijkheid om de wortels te droogen de oorzaak worden toegeschreeven. Men heeft mij verzekerd, dat de jaarlijksche invoer van Rhabarber in Engeland op meer dan 10,000 pond st. te staan komt; in 't vervolg kan die somme nog grooter worden, omdat door de toeneemende weelde het gebruik daarvan noodzaakelijker wordt.
Zeker is het, dat de groote menigte boter, die op zoo veele onderscheidene wijzen wordt gebruikt, dat de vette spijzen en geestige dranken, dat het gebrek aan beweeging en het nachtbraaken, de speelzucht, enz. zeer nadeelig voor de gezondheid zijn: alle deeze, en veele andere omstandigheden, maaken het gebruik van alle middelen noodzaakelijk om de spijsverteering te bevorderen. Maar welke middelen kunnen ten dien einde gebruikt worden, natuurlijker en kragtiger, dan die van bittere en zuure plantgewassen?
Overtuigd dat de Rhabarber, met andere inmengzels vereenigd, het gebrek aan gal en alvleesch zappen, tot de spijsverteering noodig, kan vervangen, ondernam ik het, om volgens de ingewonnen onderrigtingen dezelve aan te kweeken. Ik vertoonde aan de Maatschappij ter aanmoediging der Kunsten een Rhabarberwortel, in mijnen tuin gegroeid; aan denzelven wierdt de voorrang toegekend, boven alle anderen, in het Koninkrijk gekweekt, en ik bekwam getuigschriften van Drogisten, die deezen wortel voor goed en verkoopbaar verklaarden. De Maatschappij zondt mij eenen brief van dankbetuiginge, en, wat laater, een Medaille ter aanmoediginge.
| |
| |
Deeze gelukkige proeve bemoedigde mij, en in den jongstvoorgaanden zomer kweekte ik nog eene grooter hoeveelheid, agtervolgens de bevelen en voorschriften der Maatschappije. Ik verplantte dezelve in eenen grond, voor den groei voordeelig.
Zoo dra ik zaad genoeg had om mijne proeven te herhaalen, zaaide ik in een broeikas, en toen de planten drie of vier bladeren hadden, verplantte ik dezelve tegen het oost en zuidoost, in eenen niet al te vetten grond, die niet gemest was; diensvolgens hadden de wortelen weinig te vreezen van de wormen, die nog meer op dezelve dan op de turneps (eene soort van Engelsche raapen) verlekkerd zijn. Voor 't overige slaagt het zaaijen beter in dusdanigen grond, wanneer het geschiedt in 't laatst van Maart of in April, en zelfs in 't laatst van Mei, wanneer het een koud en droog voorjaar is. Geduurende den geheelen zomer kan de Rhabarber verplant worden; ook kan men den stam verdeelen, wanneer dezelve uit verscheiden looten is zamengesteld, en zelfs de wortels in stukken snijden en ze in den grond zetten.
Wat den tijd aangaat om de wortels te rooijen, veilig kan zulks geschieden, wanneer de groeijing een aanvang neemt, of zoo dra de plant heeft zaad geschooten, of wanneer het zaad rijp is, of in 't laatst van 't jaar, of in 't begin van het volgende. Hoewel de wortel met het vierde jaar zijner groeijinge kan gerooid, gedroogd en gebruikt worden, zal hij voor alsnog die hardheid niet hebben, welke zijne deugd uitmaakt, ondanks alle zorgvuldigheid, aan het kweeken besteed. Op het zevende jaar zal de wortel den staat van volmaaktheid bereikt hebben, en zelfs nog laater, indien de plant geduurende haare groeijing zorgvuldig is opgepast.
Zie hier, hoedanig men hebbe te werk te gaan: zoodra men de wortels heeft gerooid, moeten ze wel gewasschen worden, om ze van alle aarddeelen te zuiveren; men snijdt al het hair van de groote wortels af, en ontdoet ze tevens van hunnen bast; vervolgens worden ze in stukken gesneeden van vier duimen lang en anderhalf duim dik. In 't midden maakt men een gat, om ze aan een draad te rijgen; bij elk stuk legt men eenen knoop, opdat zij elkander niet aanraaken. Aldus hangt men ze op eene warme plaats, in eene keuken bij voorbeeld, tot dat ze alle hunne vogtigheid
| |
| |
hebben verlooren, welke hen zou doen schimmelen, Vervolgens laat men ze volkomen droogen, om ze afzonderlijk in katoen te pakken, en ze in eene fles met een breeden hals te sluiten.
De kleine wortels, of het hairagtige der groote wortels, zijn eene geschikte verfstoffe, met de schors gemengd, welke van de groote wortels wordt gepeld. Ik heb dezelve tot een poeder gestampt, en daarvan eene halve once, met eens zoo veel Cremor Tartari, aan mijne paarden gegeeven, wier bloed galagtig was, drie of vier dagen agtereen. Dit middel is nuttig voor de Harddraavers; men geeft het hun 's daags voordat zij zullen loopen.
I. Smelt eene halve once Cremor Tartari in een pint kookend water, waarvan de zieke de helft in den tijd van vierëntwintig uuren zal drinken; tevens zal men hem, twee of driemaal, tien greinen gestooten Rhabarber, in een lepel, met het genoemde water gemengd, doen gebruiken.
II. Legt twee of drie oncen Cremor Tartari in een smeltkroes, tot dat dezelve gloeijend heet zij, en gij zult een zout hebben, 't welk, fijn gestooten, en in eene digt geslootene fles bewaard zijnde, met het Alzemzout zal kunnen wedijveren. Geeft vierëntwintig gremen van dit zout, in drie lepelvollen water en een lepelvol limoenzap gesmolten, en gij zult het beste koortsmiddel hebben, tegen alle heete koortzen, welk 'er tot heden toe bekend is, indien men het vier of vijfmaalen in de vierëntwintig uuren gebruike.
III. Mengt eene gelijke hoeveelheid zout met de bovengemelde ontbinding van Cremor Tartari, tot dat de bruisching ophoude, en gij zult getartariseerden Tartarus bekomen, een heilzaam geneesmiddel tegen de koortzen, de geelzucht, de waterzucht, de verstoppingen, de ijlhoofdigheid, de melancholie, enz.
IV. Mengt eene genoegzaame hoeveelheid overgehaalden azijn onder eene voegzaame evenredigheid van het bovenvermelde Sal Tartari, en gij zult eenen Tartarus regeneratus hebben, of afdrijvend Zout, aan plinius, den Natuurkundige, reeds bekend, wiens kragtdaadigheid zoo hoog wordt geroemd door onze beste Scheidkundigen, als hofman en boerhave, en onze bekwaamste Artzen, huxham, fothergill en anderen. Dat alles met de Rhabarber vereenigd, wettigt mijn gevoelen,
| |
| |
dat, tot tijd en wijle men een algemeen koortsverdrijvend middel heeft gevonden, het een zeer kragtig ontbindend middel is ter geneezinge van alle heete en Chronische ziekten.
V. Mengt een vierendeel once Rhabarber, sijn gestooten, onder drie vierendeel once Cremor Tartari, in de gedaante van een slikpotje, met oximel. Twee of drie koffijkoppen daarvan 's daags, is een der beste geneesmiddelen tegen de waterzucht.
VI. Neemt zestig greinen Rhabarber, en even zoo veel Sal Tartari; laat het in zes oncen water een vierendeel uurs kooken; kleins dit door graauw papier, en gij zult de zoogenaamde Anima Rhabarbari bekomen. Een koffijkop daarvan 's daags voor een kind van een jaar, twee voor een kind van twee jaaren, drie voor een van meerdere jaaren, is het beste middel ter versterkinge van de maag en ingewanden der kinderen, ter voorkominge der diklijvigheid, der Engelsche ziekte, en andere toevallen, aan hunnen leeftijd eigen.
VII. Neemt eene halve once van de kleine wortels der Rhabarber, boven vermeld, met twee drachmen Sal Tartari; giet dit op eene fles vol brandewijn of anijs: deeze drank is van uitsteekenden dienst tegen windkolijk. |
|