ten Lavastroom; hij liep langzaam voort; zijne breedte was bijkans tweehonderd, de hoogte vijftien voeten. Deeze geheele klomp geleek naar eenen muur van gesmolten glas; van tijd tot tijd schoot dezelve bliksemstraalen, gevolgd van eenen slag, zoo sterk als die van een stuk geschut van het zwaarste kaliber. Alwat de Lava op haaren weg ontmoette, wijngaarden, boomen, huizen, wierdt in een oogenblik omgeworpen of vernield. Ik kwam 'er bij in het oogenblik als de Lava de fondamenten van eenen muur ondermijnde, aan wiens voet zich de bedding eenes strooms bevondt, dertig of veertig voeten diep. Ik zag den muur vallen, en de Lava, even als een waterval van vuur, bijkans rechtstandig in de bedding des strooms nederstorten. Grootheerlijk en schrikwekkend tevens is het schouwspel van zulk eene brandende zee, welke drie mijlen van den vrugtbaarsten grond bedekt, en slegts éénen klomp uitmaakt, van den mond af, uit welken zij voortkomt, tot aan het punt, alwaar zij blijft stilstaan.
Op den 3 Junij vloeide de Lava langzaam, en uit slegts ééne opening. De stoffe, welke 's daags te vooren uit de andere was voortgekomen, was aan den voet van den Vesuvius blijven stilstaan. 's Avonds was de geheele klomp in rust, en waren de randen reeds bekoeld, hoewel het midden nog brandend heet was. Men hoorde eenige slagen, doch zeldzaamer dan den voorgaanden dag. De berg hieldt aan met rooken.
Op den 4 en 5 Junij was het dof geraas, 't welk zich binnen in den berg deedt hooren, veel sterker en aanhoudender, dan op de voorgaande dagen. Dit loeien wierdt insgelijks te Napels en Portici gehoord, hoewel die beide steden twee mijlen van daar liggen. Thans rees 'er een dikke rook uit alle de punten des Kraters. Welhaast steegen 'er wolken van asch omhoog, en daalden in de nabuurschap neder; de Lava volgde; dezelve kwam voort uit den zelfden mond, uit welken de voornaamste stroom gevloeid was; ook nam zij dezelfde loopstreek. Op den 6 en 7 wierp de Volkaan veel asch uit; Portici, Resina, Torre del Greco waren 'er mede bedekt; doch het inwendig geraas verminderde. Zeer sterk wierdt het van nieuws den 8 en 9; Portici en Resina ontvingen een zwarten en dikken regen, van eene soort van slijk, met zwavelagtige deelen gemengd. Op de volgende dagen wierdt het inwendig gedruis niet meer gehoord, dan bij lange tusschenpoozen; rook kwam 'er gestadig uit den berg voort, doch minder dik; ook rees 'er eenige asch omhoog, en viel weder in den Krater neder.
Op den 1 Julij, in de onderstelling dat de uitbarsting hadt opgehouden, hoewel de berg gestadig rookte, begaf ik mij met eenige andere persoonen op weg na den Vesuvius. 's Avonds ten tien uure bevonden wij ons in de heremitaadje; wij bleeven 'er tot middernacht. Toen gingen wij van nieuws op reis. Veel meer moesten wij kruipen dan gaan. Nogtans bereikten