waartoe mijne geringe middelen mij bepaalen, mij niet meer smaaken, en mijne gezondheid zou 'er bij lijden. Wij verlaagen onszelven door onze behoeften te vermeerderen, en wij verheffen onszelven door ze te verminderen. - De krijgskunde, welke hij ten toon spreidde, bewoog een Oostenrijksch Bevelhebber om hem uit te noodigen tot het bij woonen van de wapenverrigtingen der Oostenrijksche krijgsbenden. Van deeze uitnoodiging, zo zeer strookende met het hoofdoogmerk zijner reize, bediende hij zich gaarne.
Naa een genoegzaam verblijf te Weenen, staande 't welk hij veele aanmerkingen maakte op de hofplegtigheden aldaar, en nog meer op de wapenhandeling der Oostenrijkeren, nam hij afscheid van den Franschen Gezant, die hem brieven van voorschrijving medegaf aan den Franschen Staatsdienaar te Berlijn. Verscheide Franschen van aanzien stonden, ten zelfden tijde, gereed om uit Weenen na de Hoofdstad van Pruissen te trekken: zij hielden sterk bij hem aan, dat hij eene plaats bij hun in een der rijdtuigen zou neemen; doch zij konden hem daartoe niet overhaalen. Hun bedankende, sprak hij: Ik heb het mij tot een regel gesteld, te voet te reizen, zo lang mijne kragten zulks toelaaten. Op die wijze reizende, ontglippen de voorwerpen minder een aandagtig oog; en de kunst, om wel over dezelve te oordeelen, is alleen voor moeite te koop. - De Ambassadeur te Weenen hadt aan dien te Berlijn zeer gunstige berigten van den jongen Officier gegeeven; althans wij moeten dit opmaaken uit de gunstige wijze, waarop hij ontvangen werd.
De Prins van Pruissen, bij wien de Fransche Gezant gesproken hadt van het zonderling en belangrijk character des reizenden Lieutenants, verlangde hem te zien; doch bezwaarlijk liet hij zich beweegen om aan den Prins te worden voorgesteld. De Prins, egter, bewees hem veele beleefdheden, en boodt aan, dat hij hem bij den Koning zou bekend maaken; dan hij smeekte hem, dit laatstgemelde gunstbetoon hem niet te bewijzen, daar hij minder verlangde bekend te worden bij den Held, dan diens verrigtingen, verstand en zegepraalen te bewonderen. - De Prins, voldoende aan dit verzoek, verzogt alleen bij den Vorst voor den Franschen Officier verlof, om de groote wapenschouw te Potzdam te mogen bijwoonen. Hij verkreeg zulks.
Op den dag wanneer de groote krijgsverrigtingen zouden aanvangen, begaf onze Lieutenant zich na Potzdam; en de Hussaaren, die den grond afzetten, lieten hem door. Hij stondt alleen in 't midden van eene groote vlakte, wanneer drie weltoegeruste paarden door den Kroonprins hem gezonden werden, met verzoek, dat hij, 't geen hem best aanstondt, zou bestijgen. - Hij verzogt hiervan verschoond te mogen weezen. Dan, die hem een paard ter keuze aanboden, deeden hem opmerken, dat hij, zonder paard, niet uit den weg zou