herstel van aangedaane verongelijkingen met onverschilligheid behandeld ziende, zoeken zichzelven regt te verschaffen. Wanneer een Grieksch schip op zee door een gewapend schip van eenig ander Volk wordt aangevallen, 't geen hun te sterk is, dan onderwerpen zij zich geduldig aan hun lot; doch wanneer zij een ander schip van dat Volk in zee aantreffen, 't geen zij kunnen vermeesteren, dan zullen zij niet nalaaten alle de scheepslieden te vermoorden, en al wat eenigzins van waarde is te plunderen, waarop zij het in den grond booren. Men acht het daarom hoogst gevaarlijk, een Grieksch schip van meerder sterkte, dan hetgeen men voert, op zee te ontmoeten.
Bovendien zijn 'er veele Grieksche Zeeroovers, die zich verzekerd houden, bescherming te zullen vinden in alle die havens, waar zich geene Turksche krijgsbezetting bevindt. De Grieken zijn een Volk, waarop men zich in 't geheel niet kan verlaaten. Zij zijn 'er altoos op uit, om alle laage kunstenarijen, welke men met mogelijkheid kan bedenken, te werk te stellen: geen goeden naam of een welgevestigd character te verliezen hebbende, zijn ze schaamteloozer en onvoorzigtiger in hunne bedriegerijen dan de Jooden.
De Armeniers zijn een ander Volk of Menschenras, op welk men zich met geene gerustheid kan verlaaten. Zij hebben geen Koning of Volksopperhoofd, en leeven ook in geene gevormde Republiek. Zij vinden zich beroofd van allen Politiek gezag. Schoon zij veel beter zijn dan de Jooden of de Grieken, hebbe men nogthans alle deugden, welke men onder hun aantreft, meer aan noodzaaklijkheid, dan aan beginzels toe te schrijven.
In Armenie, en in die landen, waar zij in vrij grooten getale gevonden worden, kan niemand uit de eene Provintie na de andere reizen zonder pas; ingevolge hiervan wordt elk bedrog of misdrijf, door een Armenier bedreeven, ligt ontdekt. De Armeniers hebben in hunne magt het grootste gedeelte des Handels van Turkijen in Asia, Arabie en Persie, alsmede van den handel met Caravaanen. De Caravaan-schepen tusschen Bengale en Bassora worden doorgaans bevragt na en uit Indie door Armenische kooplieden. Zij worden door de Turken, die uit zichzelven geen groote kooplieden zijn, in hunnen handel beschermd. Deezen bedienen zich veelal van Armeniers in het drijven van hunnen handel. Zij