Middel ter aankweekinge van meloenem.
Laat de zaadkorrels van Meloenen drie dagen in een vat met water weeken, waarin men twee groote vingergreepen salpeter heest gedaan. Zaal de korrels bij tweeën, in gaten, met den vinger gestoken, twee duimen diep, en vier duimen van elkander, in eene kas, ten minste zes duimen diep, opgevuld met goede aarde, en zuiveren, wel verrotten paardemest; alles zorgvuldig ondereen gemengd en sijn gemaakt. Plaats deeze kas in een oven, tot op vijfënveertig graaden volgens de schaal van reaumur gestookt. Draag zorge om de kas dagelijks een weinig te besproeien, en den oven, om den anderen dag, met drie of vier kleine takkebossen te stooken. Op den zevenden dag zullen de zaaden zijn opgekomen; op den negenden dag zal men de kas voor goed uit den oven neemen, en aan de zon blootstellen. Men zal niet verzuimen, met het bevogtigen aan te houden. Voorzigtig is het, de kas alle nachten in huis te haalen.
Wanneer de jonge planten sterk genoeg zijn, moet men ze in gaten plaatzen van een voet diep en achttien duimen wijd, en vier voeten van elkander, in 't verband geplaatst, van goede aarde en wel vergaanen paardemest voorzien. In elk gat zal men twee planten leggen, die men zorgvuldig moet bedekken, opdat het hervatten van den groei te beter voortgaa; het veelvuldig en zagt besproeien, vooral bij droog weêr, moet zorgvuldig worden in agt genomen.
Voor 't overige moet de verdere behandeling van de Meloenen volgens de voorschriften der beste Warmoeziers geschieden.