| |
De nieuwste en beste narigten van het eiland St. Helena.
‘Menigvoud treffen wij in de Nieuwspapieren den naam van 't Eiland St. Helena aan; de Reisbeschrijvers, die op hunne Zeereizen 't zelve aandeeden, maaken 'er melding van, en zomtijds ontmoet men bij hun eene en andere bijzonderheid; dan tot nog toe schijnt het dit Eiland aan eenen eigenlijken Beschrijver ontbroken te hebben. Dit gebrek vinden wij aangevuld in een Werkje, ten voorleden jaare in Engeland uitgegeeven, onder den Titel: A Description of the Island of St. Helena; containing Observations on its singular Structure and Formation, and an Account of its Climate, Natural History and Inhabitans. De voornaamste bijzonderheden, daaruit ontleend, zullen wel in ons Mengelwerk voegen; waarom wij niet twijfelen, dezelve onzen Leezeren mede te deelen.’
Het Eiland St. Helena, de groote Ververschingsplaats voor de Engelsche Schepen op de Oost-Indiën vaarende, ligt in den Atlantischen Oceaan, bijkans duizend mijlen ten zuiden van de Evennagtslijn, en omtrent even veel mijlen van de kust van Africa. Van wegen de hoogte, waarmede het zich ten golven uitbeurt, en de zuiverheid der lugt daar rondsomme, wordt het gezien op den afstand van zeventig en tachtig mijlen. Naderbij komende, neemt het Eiland eene brokkelige, donkere en woeste gedaante aan. De kust, vol inhammen en uithoeken, haalt acht-en-twintig mijlen in den omtrek. De grootste lengte is tien mijlen, en de grootste breedte tusschen de zes en zeven. De bergen naast aan de zee- | |
| |
kust zijn van achthonderd tot veertienhonderd voeten hoog. De bergen van het binnenste gedeelte zijn veel hooger, en de hoogste bergtop van de bergketen op het Eiland verheft zich tot 2692 voeten boven het waterpas der zee. De hoogstliggende oorden zijn zeer groen, en vertoonen eenen weelderigen groei; terwijl de laagere bergen aan de kust, en de meeste valeien tusschenbeiden, niet alleen onbegroeid en dor zijn, maar, door de brokkelige en afgesleetene gesteltenisse, een vertoon van ruwheid en verwoesting opleveren, welke naauwlijks te beschrijven, en niet wel te begrijpen is, zonder dezelve gezien te hebben.
St. Helena werd door de Portugeezen den 21 van Meimaand 1508 ontdekt, op den dag aan St. Helena toegewijd, en uit deeze omstandigheid ontleende het den daaraan gegeeven Naam. Bij de ontdekking vondt men 'er geen menschlijken Inwoonder, geene viervoetige Dieren, en een zeer gering aantal van het Vogelengeslacht. - Zints den jaare 1674 is het in 't bezit der Engelschen geweest.
De Zee-schildpad, welke thans de enge stranden bezoekt, en omstreeks de oevers schaarscher, dan voorheen, voortteelt, is misschien het éénigst Dier, welks oude wijkplaats gestoord is door de bezitneeming der Engelschen. Met zich de verlaatene en woeste plaatzen der Natuure toe te eigenen, enkel om 'er de voortbrengzelen uit te breiden en te vermenigvuldigen, te gelijk met de middelen om 'er het leeven draaglijk te maaken, en in het daarstellen van zulke weldaadige oogmerken, oefent de Mensch een edel voorregt uit, voegende aan den rang, welken hij in de Schepping bekleedt. - Te bejammeren, in de daad, is het, dat de Europeaanen zelden den Oceaan overgestooken en doorkruisd hebben, om deeze zonderlinge weldaadigheid uit te oefenen. De voortgangen en vorderingen hunner ontdekkingen, (met uitzondering van eenige, in den laatsten tijd gedaan) in stede van de weldaaden der Natuure verder en verder uit te breiden, en de voordeelen der beschaaving aan afgelegene Landen en derzelver Inwoonderen te schenken, draagen maar al te gemeen en te veelvuldig de afzigtige lidtekenen van onregt, geweld en roof. Naa het bedroevend verhaal der onheilen, door de Europeaanen gepleegd op de tegen over elkander liggende oevers van America en Africa, mogen wij, in een oogenblik van voldoening en
| |
| |
genoegen, de toeëigening en verbetering beschouwen van een woesten en barren grond; het oprigten eener Vastigheid, daargesteld zonder iemand te beleedigen of te verongelijken; het daarstellen eener kleine Volkplanting, waar men de Engelsche taal spreekt, op een afgelegen Eiland in den AEthiopischen Oceaan.
De bergen, waaruit het Eiland St. Helena is zamengesteld, zijn uit lava-beddingen gevormd, onderscheiden in diepte, kleur en zamenstelling. De meeste rotzen bestaan uit zwaare, digt opeengepakte bazalt, van eene vuursteenige hardheid, doorgaans donker bruin of zwart van kleur, schoon zomtijds rood, of van verschillende kleuren. Die bazalt-rots is altoos geregeld gespleeten en loopt in onderscheidene rigtingen, die eene zigtbaare strekking hebben tot het aanneemen van geregelde gedaanten. Op weinige plaatzen is zij geheel van eene kantzuilagtige gedaante. De kolommen zijn doorgaans rechtstandig, maar zomtijds schuins, en dikwijls fraai gekromd. De toppen en de grondvlakten der rotzen hebben menigmaal cellen en holen: de laatstgemelde komen ook nu en dan voor in het midden van een klomp, en leveren alsdan eene zeer opmerkenswaardige bijzonderheid op. Dus ontdekt men, in eene steengroeve, in 't binnenste gedeelte des Eilands gelegen, waaruit de steenen tot het bouwen gehaald worden, die zich gereedlijk laaten splijten in eene geregelde gedaante, dat de steen veele groote inwendige holligheden hebbe, die zuiver en gezond water bevatten. Doorgaans zijn ze geheel met dit water opgevuld, 't welk beslooten is in het lichaam van eene rots van het vastste en allernaauwst zamengevoegde maakzel.
Verscheide bergen zijn zamengesteld uit horizontaale en evenwijdig loopende beddingen, met rechtstandige aderen van losse en gebroke rots. Van wegen het weinig-zamenhangend maakzel, worden de rechtstandige beddingen of laagen, die de steile schuinten beslaan, onderhevig aan 't geen men letterlijk steensmijting zou mogen noemen. - 't Is op deeze plaatzen, die men zeldzaam veel boven het voorste des bergs waarneemt, dat de brokken zich afscheiden en nederstorten naar gelange de rondsom liggende zagte deelen vervallen of weggerukt worden. Nogthans blijft 'er menigmaal een gedeelte van de bedding geheel, en verheft zich tot eene verbaazende hoogte.
| |
| |
Men vindt eene zonderlinge groep van deeze afgezonderde steenklompen aan de zuidzijde van het Eiland, waaraan de Inwoonders de naamen gegeeven hebben van lot, lot's Vrouw en Dogters. Die steenklompen verheffen zich tot eene verbaazende hoogte boven den top des bergs, waarop zij staan; en, schoon zij, op 't eerste gezigt, zich opdoen als afgezonderde en niet zamenbangende klompen, ontdekt men, bij eene nadere beschouwing, dat zij een gedeelte uitmaaken van de rechtstandige bedding; en derzelver stand duidt aan, dat zij hoogwaarschijnlijk den val, die in de overige schuinte plaats gehad heeft, wederstaan hebben. Zij zijn zamengesteld uit zodanige onderscheidene brokken, als wij beschreeven hebben, en maaken een treffend voorkomen, omringd door diepe spleeten en vervaarlijke steilten, en de schilderagtigste heuvelbrokken, welker toppen alle eene geregelde gedaante hebben, terwijl zij allerlei kleuren aan de oogen bieden, uitgenomen die van groeiend groen.
In alle de deelen des Eilands, welke aan de Zandige Baai grenzen, heerscht 'er eene woestheid in alles, wat zich rondsom vertoont, welke alles te boven gaat. Iemand zou zich veelligt verbeelden, dat hij overgevoerd was op eenige nieuwe Planeet, waar elk voorwerp door de nieuwigheid treft, en geheel ongelijk is aan alles, wat hij ooit te vooren gezien heeft. Alle de omringende heuvels, dalen, rotzen en steilten zijn van eene zo vreemde en zonderlinge gedaante, zo wonderlijk dooreengemengd en zamengevoegd, dat ze meer gelijkvormigheids hebben met de gedaanten der wolken, die boven onze hoofden drijven, dan met iets van een vaster maakzel.
De geheele oppervlakte van het Eiland St. Helena is overspreid met losse stukken blaauwe bazalt-rots, doormengd met ligte, sponsagtige steenen van onderscheidene kleuren. Zand treft men op de kust niet aan, uitgenomen op ééne plaats, en daar is het zwart, blijkbaar zamengesteld uit sijngemaalen bazalt-rots.
Uit alles valt op te maaken, dat het Eiland een groote klomp is van volcanische stoffe. De lugtsgesteldheid is helder en bij uitneemenheid gezond. De gemiddelde hette haalt naauwlijks 69 gr., en de loop des thermometers, op onderscheidene hoogten waargenomen, zal, inden tijd van een jaar, van 52 tot 84 mogen gesteld worden. In eene wijde uitgestrektheid van zee, niet blootgesteld aan de windafwisselingen, door nabijgelegene
| |
| |
landen veroorzaakt, houdt de Passaatwind den eenpaarigen en vasten loop; het weêr is zagt, aangenaam en bedaard. - In zulk een gelukkig gewest, op een grooten afstand van alle andere landen, ligt St. Helena eenzaam in den Oceaan. Van eene al te geringe uitgestrektheid zijnde, om werking te doen op, of wijzigingen te veroorzaaken in den loop des weders, 't welk op deeze breedten heerscht, geniet het dezelfde gezette bedaardheid van lugtstreeke, dezelfde bevrijdheid van stormwinden, en dezelfde onveranderde afwisseling der jaarsaisoenen, welke heerschen in alle de gedeelten van de AEthiopische Zee. 'Er waait geen andere wind, dan de Passaatwind; stormen steeken 'er nimmer op; iemand kan 'er een aantal jaaren zich onthouden, zonder blixem te zien of donder te hooren.
Het voornaamste ongemak, waaraan dit Eiland onderhevig is, bestaat in gebrek aan regen, waarschijnlijk toe te schrijven aan de groote eenpaarigheid in de lugtsgesteltenisse, aan de bestendigheid der Passaatwinden, aan het derven van land- en zee-koeltjes, aan de verafgelegenheid van andere landen, de kleinheid des Eilands zelve, en de naaktheid der oppervlakte.
Verre van talrijk is de naamlijst der Planten, eigen aan den grond van St. Helena. Negen of tien soorten van Boomen en Kreupelhout worden voor landeigene gerekend. Onder de Planten telt men Andijvie, Porfelein, Wilde Seldery, Waterkers en verschillende Grassoorten. Eenige der best tierende voortbrengzels van het Groeiend Rijk zijn de Eik, de Kastanjeboom, de Palmboom, de Bamboo, de Treurwilg, Oranje-appelboomen, enz. - De Perzik was ten eenigen tijde eene allerovervloedigste vrugt des Eilands; doch een Insect, omtrent dertig jaaren geleden herwaards overgevoerd, heeft de meeste boomen verwoest. Het is zonderling, dat dit Insect, 't welk, volgens het getuigenis en het geloof der Inwoonderen, herwaards was overgevoerd met Constantia-wijn van de Kaap de Goede Hoop, of met eenige Planten van Mauritius, zich nu niet nederzette op eenige van de Planten, met welke het verondersteld wordt herwaards overgekomen te zijn: de verwoestingen, door 't zelve aangerigt, bepaalden zich bij uitsluiting tot de Perzik en een of twee van de aan het Eiland eigene heestergewassen. Een oud Inwoonder, die ver- | |
| |
woestingen beschrijvende en betreurende, kon niet nalaaten met traanen in de oogen te betuigen: ‘Gaarne zouden wij de helft der boomen, hier groeijende, aan dit Insect afgestaan hebben, hadde het alleen onze Perziken, welke wij zo hoog schatten, gespaard!’ Maar die kleine vijand wil naar geen zodanig verdrag luisteren; en tot hiertoe alle middelen, ter uitdelging aangewend, wederstaan hebbende, zal het waarschijnlijk de verwoesting voortzetten, tot dat het de Eilanders geheel ontzet hebbe van deeze gezonde en smaaklijke vrugt.
De hoogste gedeelten des Eilands blijken de eerste plaatzen geweest te zijn, die bekleed waren met de aan het Eiland eigene heesters en planten; en deeze groeijen nog op de hoogste plaatzen, te gader met de van buiten ingevoerde gewassen, die even goed tieren, zo dat het bezwaarlijk valt te zeggen, welke van beide, de natuurlijk eigene of de ingevoerde, best staan. Op deeze plaatzen, welker schoonheid te meer afsteekt bij de omringende dorheid, kunnen wij zien, wat de ongeholpene kragten van de lugtstreek en een zeer vrugtbaaren grond vermogen.
Schoon de poogingen, om de naakte volcanische bergen aan het strand met groente te dekken, niet genoegzaam zijn voortgezet, valt 'er weinig te twijfelen aan derzelver eindelijk goeden uitslag. Eenigen tijd geleden hadden zommigen der Inwoonderen eene Societeit opgerigt, uitgestrekte plans van verbetering vormende: de Leden ontvingen kragtdaadigen bijstand van Dr. james anderson, een Heer in Indie zeer bekend van wegen zijne werkzaame en vuurige geneigdheid tot bevordering van goede onderneemingen. Gebrek aan een genoegzaam Fonds en andere zwaarigheden verijdelden ongelukkig hunne welgemeende poogingen: nogthans was de uitslag van hunne eerste proeven zeer bemoedigend voor een welberaamd plan van grondverbetering. - Zeer voordeelig zou het buiten twijfel weezen, de valeijen te beplanten met die soorten van Palmboomen, welke zeer groote droogte kunnen verduuren, en die een zekere toevlugt zouden opleveren in gevalle van een schaarsch saisoen of het niet aankomen van verwagten onderstand in leeftocht. Bij deeze Palmboomen moest men de zodanige invoeren, die de gezondste en voedzaamste vrugten opleveren. Desgelijks zou men 'er
| |
| |
het gebrek aan brand- en timmerhout kunnen aanvullen, door het derwaards overbrengen van houtgewassen daartoe strekkende, in Indie zo veelvuldig voorhanden. Bovenal moest men niet verzuimen, door kunst, waterbakken en waterleidingen te maaken, om de eerst aangelegde Plantadien te bevogtigen en 'er zich in tijden van buitengewoone droogte voorts van te bedienen.
Wanneer wij in aanmerking neemen, hoe zeer dit Eiland zou verbeterd en versierd worden door het planten van boomen, kan men zich naauwlijks wederhouden, in zijne gedagten te vervroegen de heerlijke uitwerkzels, welke daaruit zouden hervoortkomen. Hier is alle verscheidenheid en wildheid van oppervlakte, welke kan ontstaan uit de wonderlijkste zamenvoeging van rotzen en heuvelen: dit ruw en natuurlijk tooneel vordert alleen de schaduw en de verfraaijing van houtgewas, om het geheel eene der vermaaklijkste en romaneskste plekken op den aardbodem te doen worden; en welke, in stede van het oog te mishaagen, door het gezigt van zulk eene woestenij onder een gunstigen hemel, daaraan zou ontdekken de aangenaamste Ververschingsplaats in de afgescheidenste eenzaamheid des Oceaans.
Het getal der Inwoonderen op St. Helena wordt gesteld omtrent tweeduizend te beloopen. Vijfhonderd deezer zijn Soldaaten, en zeshonderd Zwarten. Men zegt, dat het aantal der geboorene Meisjes dat der Jongens verre overtreft. Schoon de meeste Gezinnen gezegd mogen worden in eene soort van afgezonderden staat te leeven, en in eenen stand, schijnbaar gunstig voor vrede en geluk, blijkt het egter, dat weinigen met hun stand en lot te vrede zijn. Niet weinigen van de Inboorelingen zelven geeven eene sterke begeerte te kennen om elders heen te verhuizen. Kleine jaloezijen en onderlinge verdeeldheden, welke doorgaans ophouden geduurende den tijd dat de Oost-Indische Schepen hier komen, herleeven weder, wanneer die drukte over is.
De komst van na huis stevenende Oost-Indische Schepen levert de grootste gebeurtenis van een geheel Jaar op. Deeze vervult de geheele Volkplanting met werkzaamheid en vreugde. De Eilanders verlaaten hunne tuinen, komen in James-town, en zetten hunne huizen open, om de Reizigers te huisvesten, en te onthaalen op spelen, danssen en concerten. Deeze vrolijke zamenkomsten worden grootlijks verleevendigd door de tegen- | |
| |
woordigheid van veele aangenaame en bevallige Jongedogters, inboorelingen des Eilands, die, te midden van de algemeene feesthouding, een bijzonder belang schijnen te voelen om dit werk voort te zetten; waarschijnlijk niet zonder eenigen wensch te koesteren om een tooneel te verlaaten, waarop het haar verveelt steeds dezelfde voorwerpen te aanschouwen. Het gezigt van zo veel bevalligheids en schoonheids, als weggesmeeten in eenen zo verveelenden stand als deeze, heeft bij wijlen heviger aandoeningen verwekt, dan die van louter medelijden, in den boezem der gasten; en de Dogters, op St. Helena gebooren, hebben bij wijlen het huislijk leeven vervrolijkt en de beschaafdste gezelschappen versierd in Engeland en Indie. Tot zulke gelukkige en aangenaame ontmoetingen kan eenigzins toebrengen, dat veelen der vreemdelingen, die met verzwakte lichaamen de drukkende en uitputtende hitte des Indischen dampkrings ontkomen, eene schielijke herstelling van gezondheid en kragten onder deeze zagte en gezonde lugtstreek verkrijgen. In gemoederen, dus vervrolijkt door de wederkomst der gezondheid, vindt de Liefde eenen gereeden toegang.
Maar 't zij de verwagtingen der Jufferschappe langs deezen weg voldaan worden, of niet, het vermaak en geluk, door de herstelden ontleend van de lugtsgesteltenisse, strekken grootlijks om het genot van hun kort verblijf te vergrooten. En, daar de lieden, met welken zij omgaan, van eene beleefde en verpligtende geaartheid zijn, en gereedlijk de moeite op zich neemen, om aan te wijzen, wat op het Eiland bezienswaardig is, kunnen vreemdelingen hunnen tijd hier zeer aangenaam slijten. Wij verlangen zo veel meer, vermaakt dan onderweezen te worden, dat hoedanigheden, die iemand in een goeden luim brengen en behaagen, gereedlijk vergoeden, wat aan het vermeerderen van kundigheden moge ontbreeken. De ommegang met de Inboorelingen is die men verwagten kan van een eenvoudig ongemaakt volk, meestal spreekende over hunne eigene belangen. Een afgezonderd leeven op eene plek gronds, waar men niets ziet dan den Hemel en den Oceaan, is niet geschikt om de menschen tot Wijsgeeren of Wereldburgers te maaken. Terwijl de ziel bepaald is, in haare beschouwingen, tot het vertoon en de bezigheden van een klein Eiland, zullen eenige haarer bevattingen natuurlijk den engen
| |
| |
kring, waarin zij gebooren worden, verraaden. De aanmerking van eene Juffrouw, op St. Helena gemaakt, ‘dat de aankomst van een Oost-Indisch Schip in Londen veel vrolijkheids moest verwekken,’ hoe zeer zij ons doet lachen, was zeer eigenaartig voor die Inwooneresse.
De kleine landhoeven en tuinen verschaffen heerlijke vrugten, moeskruiden en wortelen; maar het Eiland is grootendeels verstooken van graangewas. - De rotten, rupsen, en het Insect, dat op de Perziken aast, zijn hier sterk vermenigvuldigd, tot groot nadeel van den hovenier en vrugtkweeker.
Het is zonderling, dat eenige schepzels, wanneer zij in eene lugtstreek, voor dezelven nieuw, worden overgebragt, zich vermenigvuldigen en uitbreiden verre boven de maate, welke stand grijpt in de landen, uit welke zij overkwamen. - Een zeer treffend voorbeeld hiervan zag men onlangs in Indie op de kust van Cormandel, waar men, in den jaare 1796, eene soort van Conchenilie-Insect, Sijlvester geheeten, uit de Brasil hadt overgebragt. Men merkte zulks aan als eene groote aanwinst, en droeg 'er, in 't eerst, groote zorge voor. Het wilde niets eeten dan de gewoone daar groeijende Opuntia, welke men algemeen tot afschuttingen der landen plant. Binnen kort verdelgde het Insect alle de Opuntia-planten in de Carnatic. Zo groot was de verwoesting, welke dit vraatig Insect aanrigtte, dat de overgebleevene stompen van de heggen 'er uitzagen als waren zij door het vuur verteerd. - Dit was het niet al: want wanneer de Engelschen, met hun Leger, zich ten jaare 1799 in Mysore bevonden, verhaalden hun de Inboorelingen, 't welk hun zeer verbaazend en ongelooflijk voorkwam, dat alle hunne Opuntias, omtrent denzelfden tijd, opgeëeten waren. Op deeze wijze was het, dat een klein Insect, uit de Brasil overgevoerd, met het loflijk inzigt om 'er eene Conchenilie-Fabriek op te rigten, in den korten tijd van drie jaaren, meest alle de Opuntias in het zuidelijk Schier-eiland van Indie verdelgde.
Zeventig onderscheidene soorten van Visch, de Schildpad medegerekend, worden aan de kust gevangen. Yams, Aardappelen, Appelen, Ossenvleesch, Schapenvleesch en Gevogelte zijn 'er in grooten overvloed.
De arbeid in de velden, het visschen, en de huislijke
| |
| |
verrigtingen, worden volvoerd door een vermengd geslacht van Zwarten, wier slaavernij zeer onlangs geheel is afgeschaft. Het ontslag van 600 Zwarten uit den staat van slaavernije kan slegts weinig afdoen op de schuld van Europa of de elenden van Africa: het is nogthans troostrijk, zelfs eene enkele daad van regtvaardigheid en gunstbetoon te vermelden, verleend aan een bijkans niet noemenswaardig getal van dit ongelukkig geslacht, 't welk de verregaande snoodheid der Europeaanen uit hun land sleept en tot slaavernij doemt, niet uit hoofde van eenig kwaad, 't geen zij ons ooit aandeeden, of om eenig goed, 't welk wij, ten eenigen tijde, hun meenen te bewijzen; maar omdat onze magt ons ongelukkig in staat gesteld heeft om hunne zwakheid en lijden dienstbaar te maaken aan onze gierigheid!
Veel valt 'er te zeggen van het Staatkundig aanbelang van St. Helena voor Groot-Brittanje, en deszelfs vooren nadeelen, als eene rustplaats voor de Schepen, met de Kaap de Goede Hoop vergeleeken. - Doch dit aan te voeren, loopt buiten ons plan, 't geen alleen was, om de nieuwste en beste Narigten van het Eiland St. Helena mede te deelen. |
|